Landenweb.nl

THAILAND
Geschiedenis

To read about THAILAND in English - click here

Thailand verre reizen van ANWB

Steden THAILAND

Bangkok

Geschiedenis

Oudheid

advertentie

Thailand, Beeld van een waterbuffel, 2300 voor ChristusFoto: PHGCOM CC 4.0 International no changes made

Ondanks gebrekkig bewijs waren de Mekong-riviervallei en het Khorat-plateau in Noordoost-Thailand en delen van Cambodja en Laos zeer waarschijnlijk al meer dan 10.000 jaar geleden bewoond. Over de oudste geschiedenis van Thailand is verder weinig bekend. Bij Mae Hong Song en bij Kanchanaburi zijn landbouwwerktuigen van rond 3500 v.Chr. aangetroffen. In de buurt van Ban Chiang zijn de meest opvallende archeologische artefacten gevonden; aardewerk dat ca. 5000 jaar oud is. Het is onbekend van welk volk het aardewerk afkomstig is. Het gevonden grondplan van een dorp dat meer dan 5000 jaar oud zou moeten zijn, zou daarmee een van de oudste beschavingen ter wereld zijn geweest.

Middeleeuwen

advertentie

Beeld van Vishnu uit de HKhmer periode 10e eeuw, ThailandFoto: Publiek domein

De oudste bekende bewoners van het huidige Thaise grondgebied zijn de Mon. Men neemt aan dat dit volk vele eeuwen voor Christus uit Centraal-Azië via de grote rivieren afzakte naar het zuiden van Myanmar (vroeger Birma) en daarna Thailand binnentrokken. De Mon waren sterk beïnvloed door Indiase culturen. Bekend is dat de Mon van de vijfde tot de zevende eeuw koninkrijkjes hadden die Dvavarati genoemd werden. De hoofdstad was toen Nakom Pathom, en deze stad lag niet ver van de huidige hoofdstad van Thailand, Bangkok. De Mon vermengden zich met de Thai, die in de dertiende eeuw in het noorden van Thailand verschenen.

De Khmer uit Cambodja heersten bijna vier eeuwen over Thailand, met als bekendste koning Jayavarman II (790-850). In 1001 kwam Suryavarman uit Maleisië aan de macht, en in deze tijd werden er veel prachtige gebouwen gebouwd.

Een vermeend Thai-koninkrijk uit 568 viel enkele eeuwen later al in handen van de Khmer. Na de dood van koning Chieng Saen (ook wel Prohm genaamd) in 1177, werd het gebied ingenomen door de Khmer, die toen echter al niet meer zoveel macht hadden in dit gebied.

De Thai

advertentie

Zittende Boeddha, Thailand 14e eeuwFoto: Publiek domein

De Thai kwamen in de dertiende eeuw, maar misschien al veel eerder, vanuit de huidige Chinese provincie Yunnan Thailand binnen. Ze hadden in Yunnan het koninkrijk Nanchao gesticht, maar werden verdreven door de Chinezen, trokken weer zuidwaarts en vestigden zich opnieuw in Thailand. De Thai splitsten zich in drie groepen, en een van deze groepen trok naar de vallei van de Maenam Chao Praya.

Een andere versie van het verhaal is dat de Thai op de vlucht waren geslagen door de expansiedrift van de Mongoolse keizer Kublai Khan. Twee Thai-prinsen maakten zich in 1238 los van de Khmer-overheersing door het garnizoen van Sukhotai te overvallen. Khun Bang Tao werd tot koning uitgeroepen en kreeg de naam Sri Intratit. Khun Bang Tao werd opgevolgd door zijn tweede zoon, die zijn broer Ramkhamhaeng aanstelde als plaatsvervangend koning over Jalieng. Ramkhamhaeng was een groot strateeg en hij veroverde al snel grote delen van Birma (nu Myanmar), Laos en het zuiden van Thailand tot in Maleisië. Hij was naast een goede militair ook bestuurlijk zeer vooruitstrevend. Zo voerde hij een administratie in en gaf het land een eigen taal. Ook zorgde hij ervoor dat het Theravada-boeddhisme uit Ceylon geïntroduceerd werd.

Vanaf 1279 regeerde in China Kublai Khan, en hij was van plan Birma te veroveren, maar wilde tevens Ramkhamhaeng niet voor het hoofd stoten gezien zijn goede reputatie als krijgsheer. Hij wilde zelfs een verbond sluiten, maar die missie mislukte door domme pech. Daarop startte Ramkhamkaeng een diplomatiek offensief richting China wat ertoe leidde dat de relatie met China zeer hecht werd. En dat was weer goed voor de Thai in hun strijd tegen de Khmer. In dezelfde tijd, eind dertiende eeuw, stichtte koning Mengrai in het noorden het koninkrijk Lanna, dat precies grensde aan het gebied van Ramkhamkaeng. De twee koningen lieten elkaar echter met rust. Mengrai leverde vele succesvolle veldslagen en wist daardoor zijn rijk uit te breiden en oorlogvoerende vorstendommen te verenigen. In 1281 overwon hij de Mon te Hariphunchai en in 1292 verplaatste hij de hoofdstad naar Chiang Mai.

Ayuthaya

advertentie

Wat Phra Si Sanphet, Ayutthaya, ThailandFoto: Disapong Deeprom CC 3.0 Unported no changes made

Na de dood van Ramkhamkaeng in 1300 raakte het Sukhotai-rijk in verval. Koning Ramatibodi (eigenlijke naam was U Thong) maakte in de eerste helft van de 14e eeuw Ayuthaya tot hoofdstad en benoemde zijn zoon tot gouverneur van het Lopburi-rijk dat grensde aan het koninkrijk Sukhotai. Ramatibodi regeerde van 1350 tot 1369 en was een totaal andere heerser dan Ramkhamkaeng, die voor de ‘gewone’ man zeer toegankelijk was. Ramatibodi was juist onbenaderbaar en voerde onder krijgsgevangenen de slavernij in, die tot in de 20e eeuw zou voortduren. De eerste tweehonderd jaar van het koninkrijk Ayuthaya waren erg belangrijk. In deze periode werd er een samenleving gemaakt die ‘gebukt’ ging onder vrij strakke regels en gewoontes. De Thai vielen ook voortdurend de Khmer aan en in 1393 trokken ze Cambodja binnen onder leiding van koning Ramesuan. Het Cambodjaanse leger werd verslagen en er werd voor eens en altijd met de Khmer afgerekend.

Aan de andere kant van het Ayuthaya-rijk waren er voortdurend problemen met de Birmanen; Sokhutai werd in 1378 veroverd door de Birmaanse koning Boromaraja. Deze koning trachtte ook het koninkrijk Lanna te veroveren, maar dat mislukte. In de zestiende eeuw vielen de Birmanen wederom aan en veroverden nu het prinsdom Chiang Mai, waar een Thaise prins als bestuurder werd aangesteld. Ayuthaya werd een Birmaanse provincie en het hele gebied stond vanaf 1569 onder heerschappij van koning Maha Tammarajatiat. Een zoon van hem, prins Naresuan, was er alles aan gelegen om de Thai van de Birmanen te bevrijden. Hij wist hiertoe een leger bij elkaar te krijgen en wist de Birmaanse kroonprins te verslaan bij de slag bij Nong Sa Rai, waardoor de macht van Ayuthaya weer hersteld werd. Zijn broer Ekatotsarot werd in 1605 koning en onder zijn bewind mochten de Hollanders zich in Ayuthaya vestigen.

De Europeanen melden zich

advertentie

Kommem Thailand 16e eeuwFoto: Daderot in het publieke domein

In 1511 arriveerden de Portugezen voor de zuidkust van Thailand, bij de havenplaats Pattani. De Portugese onderkoning Albuquerque stuurde in dat jaar vanuit Goa in India een afgezant naar de hoofdstad van Thailand. In 1608 kregen de Hollanders toestemming om zich te vestigen in Pattani, en aldaar een handelspost in te richten. De Verenigde Oostindische Compagnie had op dat moment haar hoofdkantoor op Java in Batavia. Hier vond de overslag van goederen plaats en van daaruit werden ze verder vervoerd naar Ayuthaya en Japan. Een jaar later vertrok de eerste Thaise missie naar Europa, en deed als eerste Holland aan.

In de eerste helft van de 17e eeuw kwamen er nog meer Europeanen naar Thailand: de Engelsen in 1612, de Denen in 1621 en de Fransen tijdens het bewind van koning Narai (1657-1688). De betrekkingen tussen de Fransen en de Thai waren erg goed te noemen, maar dat veranderde na de dood van Narai in 1688. Het gevaar ontstond voor een volkomen Franse dominantie, die slechts werd verhinderd door het nationalistische verzet. Na de dood van Narai (1689) besteeg de leider daarvan, Phra Petraja, de troon.

Ondertussen was Ayuthaya al weer over haar hoogtepunt heen en de hardnekkige Birmanen bleven het koninkrijk aanvallen. De Birmaanse koning Mangra veroverde eerst Chiang Mai en rukte daarna op naar Ayuthaya, waar de hoofdstad in april 1767 in Birmaanse handen viel en totaal verwoest werd.

In november 1767 werden de Birmanen echter alweer uit Ayuthaya verjaagd door generaal Taksin, die eerder al de steden Chantaburi en Thonburi had ingenomen met een zelf samengesteld leger. Hij vestigde zich in het beter verdedigbare Thonburi waar hij tot koning gekroond werd. Het lukte Taksin om alle afvallige prinsdommen te verenigen en in 1776 kwam de stad Chiang Mai zelfs in het bezit van de koning. Taksin bleek echter geen echte leider. Hij verwaarloosde zijn administratieve plichten, werd steeds hardvochtiger en werd geleidelijk aan krankzinnig. In 1782 werd Taksin vermoord.

Chakri-dynastie: 1782 tot heden

advertentie

Chakri-dynestie, ThailandFoto: Kolomaznik CC 3.0 Unported no changes made

De nieuwe vorst werd zijn proconsul in Khmer, Phya Chakri, die als Rama I de troon besteeg en deze dynastie heerst nog steeds in Thailand (op dit moment Bhumipol Adulyadey ofwel Rama IX). In 1782 verplaatste Rama I de hoofdstad over de rivier heen naar het eiland Rattanakosin in het huidige Bangkok en beveiligde de stad tegen de nog steeds agressieve Birmanen. Daarna begon hij de grandeur van de Thaise kunst en architectuur te herstellen en ook zijn opvolgers gingen door met de wederopbouw van de Thaise beschaving.

De negentiende eeuw zou zeer belangrijk worden voor de ontwikkeling van Thailand. De Europeanen en Amerikanen hadden op dat moment een grote invloed in Azië en de progressieve koningen Mongkut (Rama IV) en Chulalongkorn (Rama V) beseften dat Thailand mee moest in de vaart der volkeren. Buitenlandse mogendheden mochten handel gaan drijven met Thailand en er werden deskundigen en adviseurs uit Europa en Amerika gehaald om Thailand verder te ontwikkelen. In deze tijd werd de nadruk gelegd op het onderwijs en de infrastructuur maar ook de immigratie van Chinezen, die geleidelijk in handel en ambacht gingen overheersen, nam sterk toe.

De regeringen van Rama I (1782-1809) en Rama II (1809-1824) werden tevens beheerst door Thailands pogingen Khmer en Laos te overheersen. Vooral Vietnam was hierbij Thailands tegenspeler. In 1845 werd Khmer onder gemeenschappelijke Thais-Vietnamese suzereiniteit gesteld.

Periode Chulalongkorn

advertentie

Ruiterstandbeeld van koning Chulalongkorn (Rama V) van ThailandFoto: Mirtage Strike CC 4.0 International no changes made

De aan malaria overleden Mongkut (Rama IV) werd opgevolgd door zijn zoon Chulalongkorn (Rama V, 1868-1910), en die zou de grootste koning van Thailand ooit worden. Hij wordt ook gezien als de grondlegger van de moderne staat Thailand. Zo stuurde hij veel van zijn kinderen naar het Westen om daar te gaan studeren en hijzelf legde vele contacten met buitenlandse machthebbers. Hierdoor is Thailand waarschijnlijk ook nooit overheerst door buitenlandse mogendheden. In de 42 jaar dat Chulalongkorn regeerde werd er veel bereikt: de slavernij werd in 1905 officieel afgeschaft; in 1897 werd de eerste spoorlijn geopend, de stad Bangkok werd flink uitgebreid en er werden kanalen en irrigatiewerken aangelegd voor de rijstbouw. Thailand was op dat moment groter dan het nu was; het noordelijke deel van Maleisië en een stuk van Cambodja hoorden er ook nog bij.

De immigratie van Chinezen, die geleidelijk in handel en ambacht gingen overheersen, nam toe. In 1893, na een Franse vlootdemonstratie, stond Thailand zijn gebied ten oosten van de Mekong aan Frankrijk af. In 1904 kreeg Frankrijk de soevereiniteit over Luang Prabang en in 1907 die over de Cambodjaanse provincies Siem Reap en Battambang. In ruil hiervoor stond het in feite de extraterritorialiteit af, iets wat Engeland in 1909 deed, toen het de suzereiniteit over vier staten in Noord-Malakka verwierf.

De moderniseringen werden voortgezet onder Vajiravudh (Rama VI) en Prajadhipok (Rama VII). Tijdens het bestuur van Vajiravudh vond de eerste poging plaats om de absolute monarchie omver te werpen, door het Thaise leger in 1912. Daarna zouden militaire coups het 20-eeuwse politieke strijdtoneel kenmerken.

Periode Prajadhipok

advertentie

Standbeeld van Prajahdhipok voor het parlementsgebouw van ThailandFoto: Ludexvivorum in het publieke domein

Onder het bewind van Prajadhipok (1925-1935) brak de wereldwijde economische crisis van de jaren dertig uit die ook Thailand trof. Hoge ambtenaren, die vaak in het buitenland gestudeerd hadden, waren zeer ontevreden over de gang van zaken in Thailand en dat leidde tot een staatsgreep in 1932. De staatsgreep, door een groep democratisch ingestelde studenten met behulp van het leger, gebeurde zonder bloedvergieten en op 10 december 1932 tekende de koning de eerste grondwet en kwam er een einde aan de absolute monarchie die werd vervangen door een constitutionele. Het vorstenhuis kreeg vanaf die tijd alleen nog een ceremoniële rol in staatszaken toebedeeld. In 1933 probeerde een groep sympathiserende royalisten via een staatsgreep vergeefs de absolute monarchie te herstellen.

Hierna vertrok de koning naar het buitenland en zou daar ook blijven en in 1935 officieel aftreden. Hij had geen opvolger aangewezen, dus moest er grondwettelijk een nieuwe koning benoemd worden. De tienjarige Anada Mahidol, die in Zwitserland woonde, werd benoemd als de nieuwe koning Rama VIII. Ananda keerde pas in 1945 terug naar Thailand, maar werd een jaar later al vermoord. Pas in 1950 werd er weer een nieuwe koning ingehuldigd: Bhumipol of Rama IX, de kleinzoon van de befaamde koning Chulalongkorn.

Siam word Thailand

advertentie

Generaal PibulFoto: Publiek domein

In 1938 was de nationalistische generaal Pibul (Phibun Songkhram) premier van het land geworden en hij bleef met wat intervallen tot na de Tweede Wereldoorlog aan de macht. Hij was het die in 1939 de naam Siam veranderde in Thailand en de Japanners een vrije doortocht gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog. Japan werd zeer door hem bewonderd en het was dan ook niet vreemd dat Thailand in 1942 de oorlog verklaarde aan Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. In ruil daarvoor kreeg Thailand van Japan gebieden in Birma en Cambodja terug die het had moeten afstaan aan Frankrijk en Engeland. Hij ondernam ook pogingen het economische leven te 'thaiseren', dat wil zeggen de Chinezen te elimineren.

In 1944 werd Pibul aan de kant geschoven en opgevolgd door Seni Pramoj. In 1946 werd Pridi Phanomyong premier, maar hij werd in 1947 na een staatsgreep alweer afgezet. Hij werd opgevolgd door Pibul, die tot 1948 aan de macht bleef en onder andere op het gebied van het onderwijs vooruitgang boekte, maar aan de andere kant ook de grondwet buiten werking stelde. Hij was een verklaarde anticommunist en speelde daarbij in op het Amerikaanse en Franse beleid in Zuidoost-Azië.

In het Korea-conflict werden Thaise eenheden naar het slagveld gestuurd. In zijn binnenlandse politiek had hij weinig succes. Pibul was niet in staat leger en politie in toom te houden. In september 1957 schoof het leger onder Sarit Thanarat Pibul door een coup opzij en via een zesjarenplan wist hij op allerlei terrein progressie te boeken. De industrie ontwikkelde zich, buitenlandse investeerders werden aangetrokken en het verplichte onderwijs werd verhoogd van vier naar zeven jaar. Ook werden er universiteiten en hogescholen door het hele land opgericht om de hoofdstad Bangkok te ontlasten. De infrastructuur werd grondig aangepakt met de bouw van stuwdammen, waterkrachtcentrale en de aanleg van wegen. In 1958 ondernam Sarit 'een tegen hem zelf gerichte coup'. Hij schafte de grondwet af en trad nu zelf als premier op. Hij zou zijn plannen echter niet afmaken want in december 1963 overleed hij.

Na zijn dood werd maarschalk Thanom Kittikatsjorn premier. In de buitenlandse politiek bleef Thailand de Verenigde Staten steunen inzake Vietnam, onder meer door het beschikbaar stellen van luchtmachtbases en door deelname van Thaise troepen aan de operaties in Vietnam. De ontwikkelingen in Vietnam en in Laos en Cambodja deden de Thaise regering besluiten lid te worden van de ASEAN.

In 1968 kondigde Kittikatsjorn een nieuwe grondwet af, in 1969 werd de parlementaire democratie geïntroduceerd.

Jaren zeventig

Portret van Koning BhumipolFoto: Government of Thailand CC 2.0 Generic no changes made

In november 1971 echter werd de grondwet weer afgeschaft. Als motieven werden opgegeven het terrorisme in verschillende provincies, acties van studenten en boeren en de twijfelachtige loyaliteit van de drie miljoen Chinezen.

In oktober 1973 leidde dat in hevige rellen en vechtpartijen aan de Thammarat-universiteit. Er vielen tientallen doden en honderden gewonden en verschillende overheidsgebouwen werden in brand gestoken. De leiders van dat moment, de generaals Thanom Kittikachorn en Praphat Charusathien, vluchtten naar het buitenland en de koning benoemde de rector van de universiteit, Dharmasakdi, tot premier. Er werd een nationale conventie in het leven geroepen waarin 2347 mannen en vrouwen zittin konden nemen. Geheel volgens Thaise traditie zaten in de nieuwe regering ministers die in het weggestuurde kabinet hadden gezeten en men keek er ook niet van op dat de gevluchte leiders na verloop van tijd weer gewoon terugkeerden naar Thailand. Er werden verkiezingen uitgeroepen na het aftreden van Dharmasakdi, die gewonnen werden door Sani Pramoj. Het vertrouwen van het Huis van Afgevaardigden kreeg hij echter niet, waarna zijn broer Kukrit Pramoj de nieuwe regeringsleider werd. De periode dat Kukrit Pramoj aan de macht was kenmerkte zich door meer vrijheid en de poging om de welvaart van de allerarmsten te verbeteren. Ook wilde hij, net als de studenten, de Amerikanen het land uithebben na afloop van de Vietnam-oorlog, maar de Amerikanen waren te belangrijk voor de economie dus die poging mislukte. Ook de betrekkingen met China en andere buurlanden werden in deze periode steeds hechter.

In 1976 braken er opnieuw onlusten uit en het leger greep weer de macht met de conservatieve Thanin Kraivichien als premier. De communisten werden als schuldigen van de onrust gezien en velen werden gearresteerd. Premier Kraivichien werd in 1977 alweer afgezet en opgevolgd door Kriangsak. Onder Kriangsak werden de betrekkingen met vooral China en Cambodja nog sterker aangehaald, maar ook het buitenlandse beleid naar het westen toe werd steeds belangrijker. De verhouding met Cambodje liep een deuk op door de vele vluchtelingen na de bezetting van Cambodja door Vietnam. Ook in Myanmar (Birma) zorgden binnenlandse problemen ervoor dat vele mensen vluchtten naar buurland Thailand.

In 1979 werden er weer vrije verkiezingen gehouden en de nieuwe premier werd Prem Tinsulamond, een opperbevelhebber van het leger. Ook Prem raakte echter in de problemen en vluchtte naar het noordoosten, maar werd weer

teruggehaald door koning Bhumipol, die daarmee aantoonde meer dan alleen een ceremoniële functie te hebben.

Jaren tachtig en negentig

Chuan Leekpai, ThailandFoto: Government of Thailand CC 2.0 Generic no changes made

In 1988 volgden weer parlementsverkiezingen waaraan 16 partijen deelnamen en Chatichai Choonchavan als premier opleverde. Deze regering werd echter beschuldigd van corruptie en trok zich ook weinig aan van de militairen. Dit leidde wederom tot een staatsgreep op 23 februari 1991, die echter zonder geweld verliep. Chatichai kreeg huisarrest opgelegd door de militairen en er werd zeer snel een regering samengesteld van zakenmensen en technocraten onder leiding van Anand Panyarachun, de National Peace-Keeping Council (NPKC). Iets meer dan een jaar later werd er alweer een staatsgreep gepleegd en generaal Suchinda Krayapoon werd de nieuwe premier.

Suchinda benoemde de diplomaat-zakenman Anand Panyarachun tot waarnemend premier, maar een jaar later nam hij zelf dat ambt op zich en trad als dictator op. Opnieuw werd het democratiseringsproces in Thailand teruggedraaid. Grote demonstraties onder aanvoering van oppositieleider Chamlong Srimuang eindigden in mei 1992 tot hevige onlusten in de hoofdstad Bangkok. Na bemiddeling van koning Bhumibol moest Suchinda aftreden en werd Anand Panyarachun opnieuw tot interim-premier benoemd. In september 1992 werd hij opgevolgd door Chuan Leekpai.

In de jaren tachtig waren er grensincidenten met Laotiaanse/Vietnamese troepen. Met Laos werd in 1988 een wapenstilstand overeengekomen, waardoor de betrekkingen aanzienlijk verbeterden. Het streven van Thailand een einde te maken aan de aanwezigheid van Vietnamese troepen in Cambodja werd, aanvankelijk door middel van (militaire) hulp aan het Cambodjaanse verzet maar later door diplomatieke bemiddeling, uiteindelijk beloond met het Vredesakkoord van Cambodja van okt. 1991. Hiermee kwam de terugkeer van tienduizenden Cambodjaanse vluchtelingen naar hun vaderland dichterbij.

Bij de vervroegde parlementsverkiezingen van juli 1995 werd de Chart Thai Partij (CTP) de grootste, net voor de Democratische Partij van de afgetreden premier Chuan Leekpai. CTP-leider Banharm Silpa-archa vormde een regeringscoalitie, bestaande uit de voormalige oppositie, de PDP en de eind 1994 uit de regering gestapte Partij van de Nieuwe Aspiraties (NAP) van Chavalit Yongchayud.

In september 1996 moest Banharm echter al aftreden, nadat gebleken was dat hij zijn verkiezingcampagne had gefinancierd met verduisterd geld, als zoon van Chinese immigranten op onjuiste wijze de Thaise nationaliteit had verworven, over vervalste onderwijspapieren beschikte en zijn afstudeerscriptie op plagiaat was gebaseerd. Banharm schreef nieuwe verkiezingen uit voor november, die werden gewonnen door de NAP van Chavalit, net voor de Democratische Partij en ruim voor de Chart Pattana, de derde partij en bondgenoot van de NAP. Chavalit vormde een coalitieregering van de NAP en de Chart Pattana.

Ook de regering-Chavalit (1996-1997) had een ongelukkige hand in de pogingen de oververhitte economie te saneren en het vertrouwen van buitenlandse investeerders te winnen. Hij wist een ernstige economische crisis in juli 1997 niet te voorkomen, maar behalve monetaire en economische factoren speelde de politieke instabiliteit van het land een rol bij de Thaise ineenstorting van de economie.

In september 1997 werd ten slotte een nieuwe grondwet aangenomen, die een eind probeert te maken aan een lange traditie van politieke omkoopbaarheid. In november trad Chavalit af en de verkiezingen werden een overwinning voor zijn Partij van de Nieuwe Aspiratie (PNA), op korte afstand gevolgd door de Democratische Partij (DP). DP-leider Chuan Leekpai vormde opnieuw een regering met bekwame economen op belangrijke posten als financiën en industrie.

De regering concentreerde zich op financiële hervormingen en het aantrekken van buitenlandse ondernemingen. De wetsvoorstellen om buitenlandse investeerders meer garanties en een grotere flexibiliteit te bieden, leidden eind 1998 tot scherpe politieke tegenstellingen. De oppositie en vele anderen verweten de regering 'de natie te verkopen'. In het algemeen werd de positie van de regering echter niet bedreigd. Ondanks het voortduren van de crisis bleef premier Chuan verreweg de meest populaire politicus. De oppositie onder leiding van ex-premier Chawalit Yongchaiyudh, kon geen moment de indruk wekken beter tegen de problemen opgewassen te zijn.

Door de toenemende invloed van de pers en publieke opinie kwam een groot aantal corruptieschandalen aan het licht. De ministers van Gezondheid en Landbouw moesten vertrekken na beschuldigingen van verkwisting van overheidsgeld. Ook verloren enkele parlementsleden hun zetel nadat was aangetoond dat ze stemmen hadden gekocht.

In 1999 loofde het Internationaal Monetair Fonds de hervormingsdrang van de regering Chuan Leekpai en trok de economie weer aan.

21e eeuw

Tsunami 2004 ThailandFoto: FlyAkwa CC 4.0 International no changes made

In 2001 werden de verkiezingen gewonnen door de Democratische Partij van Thaksin Shinawatra. De nationalistische partij van premier Thaksin, Thai Rak Thai (‘Thai houden van Thai’) had door fusies met andere partijen een grote meerderheid in het parlement.

Bij gevechten tussen het Thaise leger en rebellen in het islamitische zuiden werden in april 2004 minstens 74 opstandelingen gedood. Een van hen droeg een t-shirt met een Arabische tekst en de letters JL. Dat was mogelijk een verwijzing naar Jemaah Islamiah, een moslimextremistische groep in Zuidoost-Azië die banden heeft met al-Qaeda en werd verdacht van bomaanslagen op Bali in 2002.

De regering beschuldigde de militante moslims van een geweldsgolf die al in januari 2004 begon. Daarbij waren al zestig doden gevallen. Er was vrees voor een terugkeer van islamitisch separatisme in het zuiden van Thailand, dat gesteund zou kunnen worden door internationale netwerken. Premier Thaksin zei echter dat de opstandelingen ‘jongeren uit de zuidelijke provincies’ waren die ‘geen banden hebben met internationale terroristen'.

Op tweede kerstdag in 2004 werden veel landen in het zuiden van Azië getroffen door een enorme natuurramp, waaronder Thailand.

Er deed zich een zeebeving voor die een kracht van 9,0 op de schaal van Richter had. Het epicentrum van de beving lag voor de westkust van Sumatra, ter hoogte van de provincie Atjeh.

De beving veroorzaakte een muur van water die over de kust van Thailand en veel andere landen spoelde. De golven van deze zogenaamde tsunami bereikten op sommige plaatsen een hoogte van tien meter. In totaal vielen er meer dan 140.000 doden, waaronder meer dan 5.200 in Thailand. Onder de doden in Thailand waren veel buitenlandse toeristen.

President Thaksin Shinawatra kreeg in de loop van de jaren 2005 en 2006 steeds meer kritiek en werd beschuldigd van machtsmisbruik en corruptie. Op 19 september 2006 werd een coup gepleegd door militairen en politie.

Begin oktober werd de voormalige Thaise legerleider generaal Surayud Chulanont door koning Bhumibol Adulyadej beëdigd als de nieuwe premier van Thailand. Tegelijkertijd stemde Bhumibol in met een interim-grondwet die per direct in werking trad. De militaire junta van couppleger genraal Sonthi Boonyarayglin kreeg daardoor grote bevoegdheden tot de parlementsverkiezingen van 2007.

De junta beloofde binnen een jaar een nieuwe grondwet te zullen opstellen en verkiezingen te zullen houden, waarna de macht overgedragen zal worden aan een democratisch gekozen regering. De nieuw premier Surayud Chulanont heeft herhaaldelijk laten weten zich te willen houden aan dit tijdpad. Er blijft echter zorg over de grote rol van de junta in dit hele proces, en over de lange periode, tot oktober 2007, die daarvoor is uitgetrokken. Bovendien lijkt binnen de strijdkrachten sprake van onenigheid over het optreden van de regering, dat zijn weerklank vindt binnen de junta, en zijn er spanningen tussen junta en regering. Een reeks bomaanslagen in Bangkok op oudejaarsavond en in de nieuwjaarsnacht van 2007 met drie dodelijke slachtoffers als gevolg illustreert dat de situatie nog steeds weinig stabiel is. Geen enkele organisatie heeft voor deze aanslagen verantwoordelijkheid opgeëist. De staat van beleg zal in Thailand waarschijnlijk voorlopig nog van kracht blijven. In december 2007 wordt een belangrijke stap gezet richting terugkeer van een burgerlijk bestuur. Bij de verkiezingen wint de People Power Party (PPP), die gezien wordt als voortzetting van de partij van Thaksin, de meeste stemmen. Dit proces wordt afgerond in februari 2008 als Samak Sundaravej de nieuwe premier wordt.

In september 2008 demonstreren veel mensen tegen de premier. Hij ruimt het veld vanwege optredens in een kookshow op televisie. Hij wordt opgevolgd door Somchai Wongsawat, maar het blijft onrustig. Ook Somchai Wongsawat is geen blijvertje en wordt al in december 2008 ontslagen door het constitutionele hof. Oppositieleider Abhisit Vejjajiva wordt de nieuwe premier. In april 2009 protesteren aanhangers van de oud-premier Thaksin Shinawatra en roept premier Abhisit Vejjajiva de noodtoestand uit en stuurt troepen naar Bangkok om de protesten te smoren. In de periode van maart tot mei 2010 protesteren tienduizenden aanhanger van Thaksin in rode shirts en leggen grote gedeelten van Bangkok lam. Regeringstroepen treden hard op, het toerisme neemt dramatisch af.

Koning Vajiralomgkorn (Rama X) van ThailandFoto: Amrufm CC 2.0 Generic no changes made

Op 5 augustus 2011 werd Yingluck Shinawatra, jongste zus van de vroegere minister-president Thaksin Shinawatra, tot premier van Thailand gekozen. In de jaren 2012 en 2013 blijft het erg onrustig met veel protesten die soms hard worden neergeslagen. De oppositie eist in november 2013 dat Yingluck Shinawatra af moet treden. Ze weigert dat en kondigt vervroegde verkiezingen aan in februari 2014. Deze verkiezingen zijn inderdaad gehouden, maar in een aantal districten zijn ze geboycot of verstoord. Daar moet opnieuw gestemd worden. De uitslag wordt pas bekend als alle stemmen geteld zijn. Uiteindelijk wordt het resultaat van de verkiezingen ongeldig verklaard. In mei 2014 pleegt het leger een coup en grijpt de macht. In augustus 2014 wordt de leider van de coup Prayuth Chan-Ovha premier. In augustus 2016 stemmen de kiezers voor een nieuwe grondwet die de invloed van de militairen vergroot. In oktober 2016 overlijdt Koning Bhumibol, de langst zittende monarch ter wereld, en wordt er een jaar van nationale rouw afgekondigd. In december volgt kroonprins Vajiralomgkorn hem op. In april 2017 tekent de koning een nieuwe grondwet die een terugkeer naar de democratie mogelijk moet maken. Bij de verkiezingen in mei 2019 wordt generaal Prayut Chan-o-cha de nieuwe premier. Het land kende grootschalige pro-democratische protesten in 2020 en 2021.

THAILAND LINKS

Advertenties
• Thailand verre reizen van ANWB
• Thailand Tui Reizen
• Bouw je eigen Thailand Rondreis
• Djoser Rondreizen Thailand
• Hotels Trivago
• Thailand Blog
• Rondreis Thailand
• Thailand rondreizen met kinderen
• Bangkok Hotels
• Rondreizen Thailand
• Avontuurlijke & duurzame rondreizen voor reizigers tussen de 18 en 37 jaar
• Autoverhuur Sunny Cars Thailand
• Mambo jongerenreizen Thailand

Nuttige links

Dieren in Thailand (N)
Duiken en reizen Thailand - Phuket (N)
Reisinformatie Thailand (N)
Reizendoejezo – Thailand (N)
Rondreis Thailand (N)
Startpagina Thaise eilanden
Thailand Foto's
Thailand Jouwpagina België (N)

Bronnen

Clutterbuck, M. / Thailand

Van Reemst

Davies, B. / Thailand

Kosmos-Z&K3

Forbes, A. / Thailand

Kosmos-Z&K

Hahn, W. / Thailand

Van Reemst

Hauser, S. / Thailand : mensen, politiek, economie, cultuur, milieu

Koninklijk Instituut voor de Tropen

Hoskin, J. / Thailand

Van Reemst

Macdonald, P. / Thailand

Kosmos-Z&K

Miethig, M. / Thailand

Lannoo

Peterse, L. / Thailand

Gottmer/Becht

Steinmetz, P. / Thailand

Elmar

Thailand

Uitgeversmaatschappij The Reader’s Digest

Thailand

Lannoo

CIA - World Factbook

BBC - Country Profiles

laatst bijgewerkt november 2024
Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems