LAOS
Geschiedenis
Geschiedenis
To read about LAOS in English - click here
Laos verre reizen van ANWB |
Geschiedenis
Vroegste geschiedenis
Over de vroegste geschiedenis van Laos is zeer weinig bekend. De eerste bewoners van het huidige Laos behoorden waarschijnlijk tot het Hmong-volk, dat zich ca. 10.000 jaar geleden in de Mekong-vallei vestigde en afkomstig was uit Zuid-China. Later kwamen daar nog verschillende volkeren uit India en Myanmar (Birma), Cambodja en Thailand bij.
De middeleeuwse geschiedenis van Laos lijkt veel op die van de omringende landen. In de 8e eeuw n.Chr. werd het Chenla rijk gesplitst in twee elkaar bestrijdende koninkrijken: Land Chenla, dat grote delen van het huidige Laos en Thailand besloeg, en Water Chenla.
Beide landen werden aangevallen door Maleisische piraten die een verbond hadden gesloten met een Javaans volk. Twee Chenla prinsen werden vervolgens ontvoerd en naar Java gebracht. Één van hen, Jayavarman II, wist echter te ontsnappen en de indringers te verdrijven. Hij kroonde zichzelf daarna tot koning en regeerde tot 850 over grote delen van het huidige Indochina, waaronder Zuid-Laos. Deze dynastie zou tot halverwege de 14e eeuw standhouden.
Het noorden van het huidige Laos werd in die tijd geregeerd door Thaise koningen, onder andere van het befaamde Noord-Thaise koninkrijk Sukhothai. Deze koningen hadden een grote invloed op twee vorsten in het noorden van Laos: de Lao Chao Khun Ngam Muang en de Thai Chao Mengrai. Later werd de invloed van Thailand nog uitgebreid tot het huidige Luang Prabang en de hoofdstad Vientiane, toen nog Wieng Chan geheten.
advertentie |
14e tot en met 16e eeuw
In de eerste helft van de 14e eeuw nam de invloed van Sukhothai sterk af en daarvan profiteerde de Laotiaanse prins en legerleider Cha Fa Ngum. Met steun van Khmer-strijders uit Cambodja veroverde hij Wieng Chan in 1353. Hij kon beschikken over deze Khmer-strijders omdat hij een zeer goede relatie had met de Khmer-koning Nang Kaew Kaeng Nya. Fa Ngum veroverde ook nog grote delen van Laos en een deel van Thailand. Uiteindelijke nam hij ook nog Luang Prabang in, dat geregeerd werd door zijn grootvader. Hierna riep hij zichzelf uit tot koning van het veroverde gebied en gaf het de naam Lane Xang Hom Khao. Al deze gebeurtenissen vonden plaats in het voor Laos cruciale jaar 1353.
Hoewel het veroverde gebied als de eerste Lao-natie wordt beschouwd, was het in die tijd in feite niet meer dan een vazalstaat van de Khmer. Het was dan ook niet vreemd dat onder de druk van Khmer het theravada-boeddhisme tot nationale godsdienst werd uitgeroepen.
Fa Ngum regeerde ondertussen met zeer harde hand over zijn rijk en breidde het steeds verder uit. Zijn ministers waren het echter met de gang van zaken niet eens en verbanden hem in 1373 naar een buitengewest, waar hij in 1378 stierf. Hij werd opgevolgd door zijn 18-jarige zoon Oun Heuan, later noemde hij zichzelf Phaya Samsenthai (vanwege de vele Thai die in Laos woonden op dat moment), die een nieuw administratief systeem invoerde met gouverneurs in de gewesten. Deze gewesten kregen een grote bestuurlijke zelfstandigheid en dit systeem hield het vol tot 1975, het jaar dat de communisten de macht in Laos overnamen.
In 1421 overleed Samsenthai en meteen brak er in de regio onrust uit. De omringende landen probeerden hun kwijtgeraakte stukken land terug te veroveren, maar met behulp van de Khmer wist men dit te voorkomen. Dit veranderde toen de Khmer door de Thai (toen Siamezen) in 1431 verslagen werden en er een einde aan de Khmer-overheersing kwam. Ook de Vietnamezen lieten hun ogen vallen op Laos en vielen het rijk van de toenmalige koning Sao Tiakaphat binnen en veroverden Luang Prabang. Deze bezetting duurde echter maar kort, want de opvolger van Tiakaphat wist de Vietnamezen alweer te verdrijven.
In de 16e eeuw breidde Luang Prabang zich in hoog tempo uit onder het bewind van koning Pothisarat en werd een belangrijke handelsplaats in de regio. Deze Lao trouwde met een Thaise prinses uit Lanna, het tegenwoordige Chang Mai, en hun zoon Setthathirat claimde de Thaise troon na het overlijden van koning Ketklao van Thailand in 1545. Setthathirat werd een van de belangrijkste koningen uit de Xane Lang-dynastie.
In 1556 werd Lanna door de Birmanen veroverd en ook Luang Prabang dreigde dit lot te moeten ondergaan. Setthathirat trok zich daarop terug in het beter verdedigbare Vientiane en riep de stad in 1563 uit tot de nieuwe hoofdstad van Laos. Koning Setthathirat verdween op mysterieuze wijze in 1571 tijdens een militaire expeditie.
Hierna werd Laos enkele decennia een verdeelde staat onder een aantal schertskoningen uit de Lane Xang-dynastie en beleefde zelfs een periode zonder koning. Hier maakten de Birmanen dankbaar gebruik van en Laos werd een aantal jaren bezet door Birma.
Pas in 1591 slaagde koning Nokeo Kumman er in om de Birmanen te verdrijven en een begin te maken met het herstel van de eenheid in Laos. Dit herstel van de eenheid werd voortgezet onder koning Thammikarat en voltooid in 1637 door koning Sulinya Vongsa.
De periode hierna was er een van economische en culturele voorspoed. Zo werden er middels een huwelijk vriendschappelijke banden aangeknoopt met Vietnam en werden de eerst contacten gelegd met Europeanen. De Hollandse koopman Gerrit van Wuysthoff was in 1641 de eerste Europeaan die Laos bezocht. Wat Laos later in de geschiedenis zou opbreken was het feit dat het leger in die voorspoedige tijd erg verwaarloosd werd.
advertentie |
Laos verdeeld in drie koninkrijken
De regeerperiode van Sulinya Vongsa duurde 57 jaar en staat bekend als de 'gouden eeuw' van Laos. Na zijn dood in 1694 kwam er een einde aan ruim 340 jaar Lane Xang-dynastie. Omstreeks 1715 viel zijn rijk uiteen in drie kleine koninkrijken die elkaar fel bestreden. De kleinzoon van Sulinya Vongsa regeerde over Luang Prabang, zijn neef regeerde over Vientiane en een derde rijk ontstond in het zuiden en heette Champassak. Een ander rijkje, Xieng Khouang, was zowel aan Annam als aan Luang Prabang schatplichtig.
Door deze verdeeldheid leek Laos een prooi te worden voor de buurlanden, maar men probeerde dit te voorkomen door bondgenootschappen aan te gaan: Luang Prabang met China, Vientiane met Vietnam en Champassak met Thailand. De Birmanen zagen dit met lede ogen aan en vielen als reactie hierop Thailand binnen. Ze wisten in 1768 de toenmalige hoofdstad Ayuthhaya te veroveren maar werden uiteindelijk in 1776 weer verjaagd door de Siamezen.
Gesterkt door dit grote militaire succes gingen de Siamezen meteen door en probeerden het Vientiane van koning Anouvong in te nemen, wat in 1778 ook daadwerkelijk lukte.
Als koning werd Anourutha door de Siamezen aangesteld en hij begon meteen met de opbouw van het land en trachtte betrekkingen aan te knopen met Luang Prabang. Toen koning Rama II van Siam echter in 1827 overleed, zag Anourutha zijn kans schoon en begon een opstand tegen Siam. Hij sloot hiervoor een verbond met Vietnam maar de aanval op Siam werd geen doorslaand succes. De populariteit van Anourutha was echter enorm gestegen, dit tot ongenoegen van de nieuwe Siamese heerser, Rama III.
Ondertussen waren de Amerikanen Siam binnengetrokken en hadden grote invloed op de politiek in Siam gekregen. Rama III had dan ook toestemming nodig voor zijn plan om Vientiane aan te vallen, maar dat was geen enkel probleem. In 1827 werd Vientiane onder de voet gelopen, geplunderd en bij Siam (nu Thailand) ingelijfd, o.a. Xieng Khouang in 1832. Koning Anourutha werd gevangen genomen en stierf enige tijd later in Bangkok.
In de jaren hierna werden ook de andere Laotiaanse koninkrijken door Thailand bezet. De Thai gingen echter nog veel verder want grote delen van Laos werden ontvolkt en de bewoners werden naar Thailand gedeporteerd. Laos verkeerde op dat moment in een chaotische toestand, en allerlei landen maakten daar handig gebruik van, onder meer Annam dat de noordelijke provincie Xieng Khouang bezette.
Na 1855 verminderde de druk van Annam op Xieng Khouang, omdat de Annamieten met de Fransen rekening moesten houden. Op grond van de verdragen van Hué (1884) kwam Annam onder Frans protectoraat. Thailand zag nu de kans schoon en viel Noord-Laos binnen. In 1886 kwam Bangkok met de Fransen overeen dat de zij een consul in Luang Prabang mochten benoemen.
advertentie |
Laos wordt Franse kolonie
Net als andere Europese grootmachten breidde ook Frankrijk haar invloeden in Zuidoost-Azie steeds meer uit. Vietnam werd door de Fransen ingelijfd, evenals Cambodja. Om te voorkomen dat de Britten te dicht in de buurt van het"Franse" Vietnam zouden komen, wilden de Fransen hun gebied nog verder uitbreiden. De Laotianen in Luang Prabang, onder leiding van koning Chulalongkorn, zagen in de Fransen een mogelijkheid om onder de Thaise bezetting uit te komen. Dit lukte inderdaad en de Thai verdwenen uit Luang Prabang. In 1893 vielen de Fransen Laos binnen en koning Chulalongkorn werd tot aftreden gedwongen. Vanaf die tijd was Laos, dat als land echter nauwelijks iets voorstelde, een Franse kolonie en onderdeel van Indochina.
Vervolgens werd in overleg met de Thai de grenzen van het nieuwe land vastgelegd. Dit werd geregeld tussen 1893 en 1907 en in deze periode werd het als los zand aan elkaar hangende Laos tot een duidelijke staat getransformeerd.
Nadat dit geregeld was lieten de Fransen Laos in feite enigszins aan hun lot over. Economisch was Laos voor Frankrijk totaal niet van belang en het land diende in feite niet meer dan als een buffer tussen de grote mogendheden Frankrijk en Groot-Brittannië. Tekenend was ook dat civiele en administratieve diensten voornamelijk door Vietnamezen werden uitgevoerd.
advertentie |
Laos onafhankelijk
In 1941 viel Japan Indochina binnen en bezette ook Laos. De Laotianen vonden het best want genoten onder de Japanners een behoorlijke vrijheid. In maart 1945 ging de Franse administratie over in Japanse handen en kondigde de regering van de met de Fransen sympathiserende koning Sisavang Vong, onder druk van Japan, de onafhankelijkheid van Laos af. De onderkoning van Laos, eerste minister Phetsarat, vertrouwde het echter niet helemaal en richtte de beweging 'Lao Issara’ op, 'Vrij Laos'. Hij had gelijk, want toen de Fransen na de oorlog weer terugkwamen in Laos ontnamen ze Phetsarat alle bevoegdheden en verklaarde Laos opnieuw als Frans protectoraat. Phetsarat bleef wel leider van de Issara-beweging.
Er werd nu een Comité van het Volk gevormd en een nieuwe grondwet uitgeschreven. Sisavang Vong weigerde aanvankelijk de grondwet te ondertekenen, maar na hevige druk van de Nationale Raad ging hij alsnog overstag en ondertekende het document. In april 1946 werd hij opnieuw tot staatshoofd gekroond zonder dat de hele bevolking daar achter stond. Nog geen twee werd de hoofdstad Vientiane al ingenomen door Frankrijk-gezinde guerrilla's, zowel Fransen als Laotianen. De Issara-getrouwen werden volledig in de pan gehakt en moesten, inclusief Phetsarat, vluchten naar Thailand. Phetsarat vormde in Thailand een regering in ballingschap.
Op initiatief van de Fransen werd er eind 1946 toch weer gepraat over een vorm van zelfbestuur. Ook de Issara-beweging werd erbij gehaald, maar zij waren totaal verdeeld. Phetsarat wilde alleen praten over volledige onafhankelijkheid en een groep onder leiding van de halfbroer van Phesarat, Souvanna Phouma, wilde daar eerst over onderhandelen. Dan was er nog een derde groep onder leiding van een andere halfbroer van Phetsarat: de communistisch gezinde prins Souphanouvong. Hij wilde zich aansluiten bij de Vietminh en daarna de Fransen uit zowel Laos als Vietnam jagen.
De Fransen trokken zich hier weinig van aan en in 1949 werd overeengekomen dat Laos onder Frans oppergezag een zelfstandige natie zou zijn. Uiteindelijk werd Laos in oktober 1953 volledige onafhankelijk verleend door Frankrijk.
Op grond van de verdragen van Genève (1954) kwam na gevechten een regeling tot stand tussen de Laotiaanse regering en de Pathet Lao. Laos werd nu de rol toegedacht van een neutrale staat die los zou moeten staan van de traditionele machtsblokken in de 'Koude Oorlog'.
advertentie |
Pathet Lao
Prins Souphanouvong was ondertussen naar Vietnam gegaan om steun te vergaren voor zijn idee om van Laos een communistische staat te maken. Hij kreeg darbij steun van de latere secretaris-generaal van de communistische partij in Laos, Kaysone Phomvihane. Hij vond veel gehoor voor zijn ideeën in Oost-Laos, onder de bergvolken. Ze waren samen niet bevreesd om hiervoor een guerrillaoorlog te gaan voeren en sloegen de handen ineen door de oprichting van Neo Lao Issara, de burgerlijke afdeling van de militaire organisatie Pathet Lao ('Land van de Lao’). Aanvankelijk werden ze een onderdeel van de Indochinese Communistische Partij (ICP), waarin met name de Vietminh zich sterk maakte voor communistische regeringen in zowel Laos als Cambodja. De partij die dit in Laos zou moeten realiseren werd Lao People’s Party, en de Pathet Lao ondersteunde dat streven natuurlijk van harte. In 1965 werd de naam van de Pathet Lao veranderd in Lao People's Liberation Army (LPLA), maar zou in de hele wereld met de oude naam bekend blijven.
De LPLA groeide als kool, dit tot afgrijzen van de Verenigde Staten, die bang waren dat geheel Zuidoost-Azie onder communistische invloed zou komen te staan. Men probeerde om door een economisch hulpprogramma het tij in Laos te keren, maar dat zou tevergeefs blijken. Er was namelijk nog een populaire communistische ondergrondse partij actief in Laos, het Laotiaans Patriottisch Front (LPF) onder leiding van prins Souphanouvong. De internationale gemeenschap ging zich er nu ook mee bemoeien en tijdens de Geneefse Conventie in 1957 werd afgesproken dat er een coalitie gevormd zou worden tussen de regering in Vientiane onder prins Souvanna Phouma en de LPF. De LPF mocht ook nog in de regering gaan zitten en de strijders van de Pathet Lao zouden in het leger kunnen instromen. Dit alles ging echter zo chaotisch en problematisch dat de Verenigde Staten hun hulp aan Laos staakte. Laos werd hierdoor vrijwel meteen in een diepe economische crisis gestort. Vanuit de regering werd nu besloten om alle LPF-invloeden te weren uit de regering, wat weer als gevolg had dat de Pathet Lao in het verzet gedwongen werd onder leiding van prins Souphanouvong. In eerste instantie werd de crisis bezworen door de Amerikaans-gezinde Phoui Sananikone als eerste minister aan te stellen en prins Souvanna Phouma werd ambassadeur in Frankrijk.
In 1960 volgde er een militaire coup door een zekere Kong Le. Souvanna Phouma werd teruggeroepen uit Frankrijk en als premier aangesteld. De werkelijke macht was echter in handen van generaal Phoumi Novasan, die van harte, ook militair, gesteund werd door de Amerikanen. In ruil daarvoor beslisten de Amerikanen dat de LPF geen deel mocht uitmaken van een nieuwe regering en bereidde de CIA verkiezingen voor. De legers van Kong Le werden ontbonden en zij sloten zich aan bij de troepen van prins Souphanouvong, die op zijn beurt gesteund werd door de Sovjet-Unie. De jaren die hierop volgden, stonden in het teken van vele coups en tegencoups.
Oorlog in Indochina
Tussen 1964 en 1973 had Laos ernstig te lijden onder de oorlog in Indochina, die in feite gevoerd werd door de twee supermachten van dat moment, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Pathet Lao had zich in die periode teruggetrokken in de noordelijke bergstreken van Laos en in Vietnam. Vanuit Thailand werd Vietnam voortdurend gebombardeerd, maar ook het oosten en noorden van Laos werden zeer zwaar getroffen. Ook bommen die men niet boven Vietnam kon droppen liet men 'gewoon' los boven Laos. Hierdoor werd Laos een van de zwaarst gebombardeerde landen in de geschiedenis. Vanaf 1971 ging China zich met de oorlog bemoeien en stationeerde troepen in Noord-Laos.
In 1973 kwam er een einde aan de oorlog in Indochina en dat leidde in april 1974 tot een coalitieregering in Laos onder leiding van Souvanna Phouma. De insteek was dat er een Pathet Lao-gedeelte zou komen en een niet Pathet Lao-gedeelte. De populariteit van de Pathet Lao werd echter steeds groter en in 1974 controleerden ze elf van de dertien provincies.
Onder druk van de Lao People’s Party (LPP) traden de zittende ministers af en werd de Lao People’s Democratic Republic (LPDR) gevormd. Op 23 augustus 1975 werd de hoofdstad Vientiane ingenomen, de coalitie ontbonden en Souvanna Phouma trad af.
Vervolgens werd op 2 december 1975 officieel de Democratische Volksrepubliek Laos uitgeroepen. Pathet Lao-leider Prins Souphanouvong werd president, de eigenlijke macht was in handen van de secretaris-generaal van de partij Kaysone Phomvihane en zijn plaatsvervanger Nouhak Phoumsavane.
Dit alles betekende in feite dat er een einde kwam aan de meer dan 600 jaar durende monarchie. De koning van dat moment, Savang Vatthana, werd tot aftreden gedwongen en kreeg een papieren functie als belangrijkste adviseur van de president.
Een groepje anticommunisten en de Meo-bergstammen kwamen hiertegen in opstand, waarna de koning en zijn familie werden verbannen naar Noord-Laos, althans dat is de officiële lezing van de regering. Rondom de afzetting en de verbanning gaan veel verschillende verhalen rond, onder andere dat de hele koninklijke familie is vermoord.
Democratische Volksrepubliek Laos
Hoewel de machtsovername in 1975 zonder bloedvergieten gebeurde, vluchtten vele Laotianen (met name Meo’s), geschat wordt meer dan 300.000, naar het buitenland. Politieke vluchtelingen vertrokken naar de Verenigde Staten en Frankrijk, de rest keerde na 1988 weer terug naar Laos. Mensen die niet samengewerkt hadden met de communisten werden naar heropvoedingskampen gestuurd. Vanaf 1975 werden ook alle banden met buurland Thailand verbroken; het boeddhisme werd verboden en alle Thai werden het land uitgezet. Dit leidde in 1987 tot een drie maanden durend grensconflict waarbij verschillende doden vielen. Daarna werd de relatie met Thailand een stuk beter en in maart 1991 werd het grensconflict vreedzaam geregeld. In de jaren negentig ging Thailand op grote schaal investeren in Laos en alle betrekkingen werden weer genormaliseerd. Dit werd ook mogelijk doordat Laos de Vietnamese troepen en de Sovjet-adviseurs naar huis stuurde.
In de periode 1978/1979 brak er een conflict uit tussen Vietnam en China, waarbij Laos de kant van Vietnam koos. Pas in de loop van de jaren tachtig werd de relatie met China weer beter en in 1987 werden de diplomatieke betrekkingen en de wederzijdse handel weer hervat. Een jaar eerder was president Souphanouvong al wegens ziekte vervangen door Phoumi Vongvichit.
In 1989 werden er voor het eerst parlementsverkiezingen gehouden. Er waren 79 zetels te verdelen maar slechts 30% van die zetels waren gereserveerd voor niet-communisten. Het resultaat was uiteraard dat de volledige macht in handen van de communisten bleef. Opmerkelijk was wel dat vanaf 1990 ook de betrekkingen met de anticommunistische Verenigde Staten verbeterde wat uiteindelijke in 1995 leidde tot de opheffing van het economische embargo door de Verenigde Staten.
In 1992 overleed partijleider Kaysone Phomvihane en hij werd opgevolgd door generaal Khamtay. Vanaf 1994 voerde de regering economische liberaliseringen waardoor het gemakkelijker werd voor buitenlandse bedrijven om te investeren in Laos.
Op 1 januari 1999 werd Laos een volwaardig lid van de Association of South-East Asian Nations (ASEAN) en werd Laos verlost van zijn economische isolement. In februari 1998 ging president Phomsavan met pensioen. Hij werd opgevolgd door generaal Khamtay Siphandon, tot dan toe voorzitter van de LPRP en minister-president. Generaal Sisavat werd minister-president en Oudom Khattigna vice-president.
21e eeuw
In 2000 zorgden enkele bloedige bomaanslagen in Vientiane voor behoorlijk wat politieke onrust. Wie verantwoordelijk was voor de aanslagen bleef onduidelijk, maar men vermoedde dat de noordelijke Hmong erachter zaten, die zich onderdrukt voelden door de regering. Rebellen van het bergvolk, ondersteund door Vietnamese troepen, waren begin 2000, maar ook nog in 2001, in gevecht geraakt met het Laotiaanse regeringsleger. Economisch ging het slecht met Laos; de inflatie steeg naar 167%, waardoor bijvoorbeeld ambtenaren 80% van hun koopkracht verloren. Zodoende bleef de economie in alleen nog enigszins op de been door buitenlandse ontwikkelingshulp. Door bureaucratie en corruptie daalden de buitenlandse investeringen bovendien fors. Opmerkelijk was dat de Wereldbank leningen bleef uitschrijven om in deze schijnbaar bodemloze put te storten, want aangekondigde economische vijfjarenplannen werden bij lange na niet gehaald.
In maart 2001 werd het zevende Partijcongres gehouden. De regerende president Khamtay Siphandone bleef aan de macht en werd ook herkozen als partijleider. Ook premier Sisavath Keobounphanh bleef op zijn post, zodat er van verjonging en daardoor misschien een inhoudelijke vernieuwing, geen enkel uitzicht was.
In 2002 maakte Amnesty International melding van voortdurende schending van de mensenrechten, met name tegen protestantse christenen.
In 2003 werden er door de rebelse Hmong enkele aanslagen gepleegd op reisbussen. In totaal vielen er 26 doden, waaronder drie buitenlanders. Enkele buitenlandse journalisten probeerden een reportage te maken over het verzet van de Hmong-rebellen, maar werden door het regeringsleger gearresteerd. Ze kregen een langdurige celstraf opgelegd, maar werden al snel weer vrijgelaten. Men vermoedde dat de in de Verenigde Staten wonende Hmong achter het verzet tegen de regering en de arrestatie van de journalisten zaten. Ze probeerden hiermee de normalisering van de handelsbetrekkingen tussen Laos en de Verenigde Staten te saboteren.
Ook in 2003 ging het economisch nog niet goed; zo liep het toerisme veel schade op door de voortdurende onrust in het land. Steeds meer donorlanden vroegen zich af of het nog wel zin had om veel geld te steken in Laos.
Laos lijkt zich zeer langzaam te ontwikkelen in de richting van een meer open samenleving. Hoewel politieke hervormingen alleen mogelijk zijn binnen het eenpartijstelsel, valt de laatste jaren enige vooruitgang te bespeuren. De Nationale Assemblee wint geleidelijk aan invloed, en in 2003 heeft een grondwetswijziging een onafhankelijker rechterlijke macht mogelijk gemaakt. Met de ondertekening van twee VN mensenrechtenconvenanten in december 2000 is meer bereidheid ontstaan om mensenrechtenproblemen te bespreken. Corruptie is wijdverspreid en wordt officieel erkend als probleem. De Nationale Assemblee spreekt de regering hier ook openlijk op aan.
In maart 2006 heeft het achtste partijcongres van de LPRP plaatsgevonden. Daarbij werd luitenant-generaal Choummaly Sayasone benoemd tot nieuwe partijleider. Twee maanden later volgde na goedkeuring door de Nationale Assemblee de installatie van Choummaly tot president van Laos. Zoals gebruikelijk heeft het partijcongres van maart ook geleid tot een nieuwe regeringssamenstelling. In juni 2006 traden vijftien nieuwe bewindslieden aan, waaronder premier Bouasone Bouphavanh en minister van Buitenlandse Zaken Thongloun Sisoulith.
In een aantal dunbevolkte provincies doen zich van tijd tot tijd botsingen voor tussen het Laotiaanse leger en anticommunistische Hmong-strijders met onafhankelijkheidsaspiraties. Deze incidenten zijn voor de overheid weliswaar hinderlijk maar vormen geen bedreiging voor de stabiliteit van het land.
In januari 2008 onderneemt Laos stappen om lid te worden van de wereldhandel organisatie. In mei 2008 wordt bekend gemaakt door"Save the Children" dat ongeveer 70% van de kinderen in Laos geen toegang hebben tot basis medische zorg. In maart 2009 woord er een spoorlijn geopend die Thailand en Laos met elkaar verbind
In december 2010 ruimt premier Bouasone Bouphavanh het veld voor Thongsing Thammavong. Choummaly krijgt in juni 2011 een nieuwe termijn als president. Hillary Clinton bezoekt als eerste minister van buitenlandse zaken Laos in juli 2012. In augustus 2013 uit de EU zorgen over de mensenrechten, in het bijzonder in het verdwijnen van dissident Sombath Somphone. In mei 2014 vinden een groot aantal hoogwaardigheidsbekleders de dood bij een vliegtuigongeluk in Noord-Laos. In april 2016 zijn er verkiezingen geweest. De huidige president is Vrachit en de premier is Sisoulit. In september 2017 waarschuwen natuurbechermers Laos dat ze het centrum zijn van de verwerpelijke en verboden handel in ivoor. Laos onderhoudt nauwe banden met zijn twee communistische buurlanden, Vietnam en China, die beide aanzienlijke politieke en economische invloed op het land blijven uitoefenen. China heeft bijvoorbeeld 70% van de financiering op zich genomen van een 400 km lange spoorlijn van 5,9 miljard dollar tussen de Chinese grens en de hoofdstad Vientiane, die in december 2021 in gebruik is genomen. Bij de verkiezingen van 2021 is Sisoulit in plaats van premier president geworden en is Vipvahan is nu premier.
LAOS LINKS
Advertenties
• Rondreizen Laos
• Hotels Trivago
• Bouw je eigen Laos Rondreis
• Djoser Rondreis Laos
• Hotels Laos
• Boeken, ook tweedehands, over LAOS bij Bol.com
Nuttige links
Laos Startbelgië (N+E)Reisfoto's Laos
Reisinformatie Laos (N)
Reizendoejezo – Laos (N)
Sem op Reis Video's over Laos (N)
Bronnen
Boon, H. / Laos : mensen, politiek, economie, cultuur, milieu
Koninklijk Instituut voor de Tropen
Cummings, J. / Laos
Lonely Planet
Te gast in Laos & Cambodja
Informatie Verre Reizen
Waard, P. de / Laos
Elmar
Zickgraf, R. / Laos
Chelsea House Publishers
CIA - World Factbook
BBC - Country Profiles
laatst bijgewerkt september 2024Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems