LIBIE
Geschiedenis
Geschiedenis
To read about LIBYA in English - click here
Hotels Libie |
Geschiedenis
Voor de onafhankelijkheid
Libië heeft een lange geschiedenis. Romeinen, Arabieren, Ottomanen en Italië beheersten het land voor kortere of langere tijd. Blijvend is de voetafdruk van de Arabieren geweest, die in de 7e eeuw het gebied veroverden en zich vermengden met de Berbers. Vanaf de zestiende eeuw vielen delen van Libië in het Ottomaanse Rijk. De beys van Tripoli genoten een grote mate van onafhankelijkheid. Nederland sloot al op 21 juni 1683 een verdrag van vriendschap en handel met de toenmalige bey. In 1911 veroverde Italië Libië op Turkije. Pas in 1931 kwam er een einde aan gewapende Libische weerstand. De erfopvolgers van de religieuze leider Muhammed Ibn Al-Sanussi, wiens invloed zich in de 19e eeuw over de bevolkingscentra Tripolitana, Cyrenaica en Fezzan verspreidde, gaven leiding aan de strijd tegen de Italianen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog koos Emir Sayyid Idris Sanussi de zijde van de Geallieerden. Na de Geallieerde overwinning in Noord-Afrika kwam er Brits militair bestuur in Tripolitana en Cyrenaica en Frans militair bestuur in Fezzan. Het vredesverdrag met Italië van 1947 bepaalde dat dit land zijn aanspraken op Libië verloor. In 1949 kreeg Cyrenaica, dat het stamgebied van de Sanussi’s was, de onafhankelijkheid. Later dat jaar volgde een VN besluit dat een verenigd Libië in 1951 onafhankelijk zou worden.
advertentie |
Onafhankelijk
Op 24 december 1951 riep Emir Idris Sanussi de onafhankelijkheid uit. Libië kreeg als staatsvorm een constitutionele monarchie met Idris I als koning. Libië kampte na de onafhankelijkheid met ernstige politieke, economische en financiële moeilijkheden. Van de Verenigde Staten en Groot-Brittannië ontving Libië financiële steun in ruil voor de vestiging van Amerikaanse en Britse militaire bases op zijn grondgebied. Een grote verandering in de economische situatie voltrok zich toen in 1959 werd ontdekt dat Libië de rijkste aardolievoorraden van het Afrikaanse continent herbergde. De Libische overheid kon bij de exploitatie van de olie gunstige concessies bedingen waardoor het land van financiële zelfstandigheid verzekerd was.
advertentie |
Periode Kaddafi
Op 1 september 1969 pleegde een groep legerofficieren een staatsgreep onder leiding van kolonel Muammar al-Kaddafi. De monarchie werd afgeschaft en de Libische Arabische Republiek uitgeroepen. Kaddafi wierp zich op als voorvechter van Arabische eenheid en beloofde in eigen land sociale rechtvaardigheid en gelijke verdeling van de welvaart. In 1970 verloren het Verenigd Koninkrijk en de VerenigdeStaten militaire steunpunten en werd de oliesector genationaliseerd.
In de tweede helft van de jaren zeventig koos het Libië van Kaddafi een steeds activistischer koers. Een breed scala van organisaties ontving Libische steun, variërend van het Zuid-Afrikaanse ANC tot de Ierse IRA. Kaddafi intervenieerde militair in Tsjaad en Libische militairen verschenen ook elders in Afrika als adviseurs. In 1981 verkoos Libië open confrontatie met de VS; de Libische luchtmacht beschoot Amerikaanse jachtvliegtuigen boven de Golf van Sirte, dat Libië tot zijn territoir rekent. Hierop volgde een VS invoerverbod op Libische olie. In 1984 schortte het VK alle betrekkingen met Libië op nadat een politie agent vanuit de Libische ambassade in Londen was doodgeschoten.
Een serie aanslagen in de tweede helft van de 80-er jaren leidden tot een isolering van Libië. De aanslag op PanAm vlucht 103 boven het Schotse Lockerbie in 1988 is de bekendste. Ook in aanslagen in 1986 op de Berlijnse ‘La Belle’ discotheek en in 1989 op een vlucht van de Franse luchtvaartmaatschappij UTA boven Mali werd de Libische hand vermoed. In 1999 oordeelde een Franse rechtbank zes Libiërs schuldig aan de UTA aanslag en veroordeelde hen tot levenslang (bij verstek). In 2001 oordeelde de Schotse rechtbank in Kamp Zeist één van twee Libische Lockerbie verdachten schuldig en legde deze levenslang op. Eveneens in 2001 oordeelde een Duitse rechtbank een medewerker van de Libische Ambassade in Berlijn schuldig aan de ‘La Belle’ aanslag. Hij kreeg zestien jaar gevangenisstraf.
In 1986 besloten de VS en de EU tot sanctiemaatregelen tegen Libië. In 1992 volgden sancties van de Verenigde Naties in verband met de Lockerbie aanslag. In 1999 werden de VN sancties opgeschort nadat Libië gehoor had gegeven aan de oproep van de Veiligheidsraad verdachten van de Lockerbie aanslag uit te leveren. Op 12 september 2003 werden alle VN sancties beëindigd nadat Libië zich verantwoordelijk voor het handelen van de veroordeelde Lockerbie aanslagpleger had verklaard, een smartengeldregeling voor nabestaanden van slachtoffers van de Lockerbie aanslag was overeengekomen met de VS en het VK en terrorisme had afgezworen.
Na de aanslagen in de Verenigde Staten op 11 september 2001 betuigde Kaddafi zijn afschuw over de gebeurtenissen en verklaarde zich bereid te helpen in de strijd tegen al-Qa`ida. Op 19 december 2003 kwam Libië, na maanden van geheime onderhandelingen met de VS en het VK, openlijk er voor uit aan de ontwikkeling van massavernietigingswapens gewerkt te hebben en verklaarde het zich bereid zich te onderwerpen aan internationale non-proliferatie controleregimes.
De rechtszaak waarin, in de ogen van de internationale wereld, onschuldige 5 Bulgaarse verpleegsters en één Palestijnse coassistent in 2004 en wederom in 2006 ter dood werden veroordeeld wegens het infecteren van meer dan 400 Libische kinderen met HIV, vormt een belemmering voor volledige normalisering van betrekkingen. In juli 2007 wordt de doodstraf omgezet in levenslange gevangenisstraf en worden ze kort daar op vrijgelaten in een deal met de EU.
In januari 2008 krijgt Libië het roterende voorzitterschap van de Veiligheidsraad van de VN, een teken dat de westerse wereld anders tegen het regime van Khadaffi aankijkt. In februari wordt Khadaffi gekozen tot voorzitter van de Afrikaanse Unie. In juni 2009 bezoekt Khadaffi voormalig kolonisator Italië, nu de voornaamste handelspartner van Libië. In augustus krijgt Abdelbaset Ali al-Megrahi één van de daders van de Lockerbie-aanslag gratie uit humanitaire overwegingen. In Libië krijgt hij een heldenontvangst, daar wordt zeer afwijzend op gereageerd door de westerse wereld. In maart 2010 wordt de diplomatieke rel met de EU als gevolg van de arrestatie van de zoon van Khadaffi opgelost.
Begin 2011 krijgt Libië te maken met een massale volksopstand tegen het bewind van Khadaffi. Het geheel krijgt ook een Nederlands tintje, omdat er drie militairen bij een evacuatiepoging om een Nederlander uit Libië op te halen zijn gevangen genomen. Libië laat de militairen op 11 maart 2011 vrij na bemiddeling van onder meer Griekenland. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties heeft op 17 maart ingestemd met een resolutie die militair ingrijpen in Libië mogelijk maakt. Ook voorziet de resolutie in de instelling van een no-flyzone boven Libië. Na maanden van patstelling bestormden de rebellen Tripoli augustus in 2011 en enkele weken later werd Khadaffi gedood.
Na Kadaffi
Verkiezingen voor een Algemeen Nationaal Congres werd gehouden in juli 2012, de eerste vrije nationale verkiezingen van het land in zes decennia. Het congres benoemd Ali Zeidan tot premier. In oktober werd een interim-regering belast met de voorbereiding voor een nieuwe grondwet en nieuwe parlementsverkiezingen in 2013. In juni 2013 kiest het nationaal congres het onafhankelijke raadslid Nouri Abushmen tot voorzitter. In januari 2014 wordt de onderminister van industrie Hasan al-Droui vermoord. In juli 2014 zijn parlementsverkiezingen gehouden. Als staatshoofd fungeert sinds augustus 2014 Issa, de leider van het huis van afgevaardigden. Sinds begin 2016 wordt er een door hem gesteunde regering van nationale eenheid onder leiding van premier Fayez el Sarraj gevormd. Deze regering ontstond in ballingschap en met steun van de Verenigde Naties. In maart 2016 arriveert de regering in Tripoli. In december 2017 evacueren de VN duizenden migranten na berichtgeving over het bestaan van slavenmarkten in Libië.
In september 2017 kondigde de speciale vertegenwoordiger van de VN, Ghassan Salame, een nieuwe routekaart voor nationale politieke verzoening aan. In november 2018 steunden de internationale partners het herijkte actieplan voor Libië van Salame, dat erop gericht was de politieke impasse te doorbreken door begin 2019 een nationale conferentie te houden. Deze plannen ontspoorden echter toen het in het oosten gevestigde Libische Nationale Leger (LNA) in april 2019 een offensief lanceerde om Tripoli in te nemen. Internationale troepen verergerden de strijd om de hoofdstad door gewapend personeel en geavanceerd militair materieel naar Libië te sturen. Het offensief van de LNA stortte in juni 2020 in, en een daaropvolgend door de VN gesponsord staakt-het-vuren in oktober 2020 hielp de pauze in de gevechten tussen rivaliserende facties te formaliseren, hoewel buitenlandse troepen die de oostelijke en westelijke facties tijdens de gevechten bijstonden, in Libië blijven.
Begin 2021 koos het door de VN geleide Forum van de Libische Politieke Dialoog een nieuwe president (Mohammed al-Menfi) en premier (Abdul Hamid al-Dbeibeh) voor een interimregering, de regering van nationale eenheid (GNU), die de presidents- en parlementsverkiezingen in december 2021 moest voorbereiden, waardoor Libië voor het eerst sinds 2014 een eenheidsregering heeft. Op 22 december 2021 heeft het Libische parlement de eerste ronde van de presidentsverkiezingen uitgesteld tot een nog niet nader bepaalde datum in de toekomst.
LIBIE LINKS
Advertenties
• Hotels Trivago
• Vliegennaar | Vliegen naar Tripoli Libië
• Hotels Libie
• Boeken, ook tweedehands, over LIBIE bij Bol.com
Nuttige links
Libië Startnederland (N)Reisinformatie Libië (N)
Bronnen
Elmar Landeninformatie
CIA - World Factbook
BBC - Country Profiles
laatst bijgewerkt september 2024Samensteller: Arie Verrijp / Geert Willems