Landenweb.nl

MYANMAR
opstand in Birma

Sleutel tot een Birmese oplossing

Het Birmese volk herleeft. Exact 19 jaar na de grote opstanden tegen het dictatoriale regime van generaal Ne Win strijden dezelfde krachten nu tegen de militaire junta onder leiding van Senior-General Than Shwe. Diezelfde studenten als toen, nu geïnstitutionaliseerd in ‘88 Generation Students Group, startten de protestacties dit jaar in augustus na een door de overheid gestuurde brandstofprijsstijging.

Net als in 1988 was de directe aanleiding van economische aard. Toen besliste Ne Win om astrologische redenen de biljetten van 20, 50 en 100 kyat te demonetiseren en nieuwe biljetten uit te geven van 45 en 90 kyat. Net als toen leiden de boeddhistische monniken de vreedzame protestmarsen en boycotten.

Net als toen blijft Daw Aung San Suu Kyi hét democratische symbool bij uitstek in Birma. Zaterdag organiseerden de monniken een mars naar haar huis in Avenue Street waar ze sinds 1989 bijna onophoudelijk onder huisarrest staat. Haar korte verschijning aan de poort zorgde voor emotionele toestanden. “Only now do I remember to use my umbrella,” vertelde een vrouw nadat ze The Lady had gezien. “Before that, I didn’t even notice the fact that it was raining.”

Net als toen komt dat verre Zuidoost-Aziatische landje met 45 miljoen inwoners en een oppervlakte zo groot als Frankrijk terug in beeld van de westerse media. “De Birmanen komen in opstand tegen het militaire bewind”, aldus de media, terwijl ze hiermee onmiddellijk 15 miljoen Birmezen vergeten, etnische minderheden die eveneens (of nog meer) geleden hebben onder het bewind.

Net als in 1988 reageren de Europese landen en de Verenigde Staten met steun- en sympathiebetuigingen voor de monniken en het Birmese volk. Maar mooie woorden, opnieuw gegoten in een resolutie, decreetbeschouwing of ander opstel, zullen, net als toen, geen soelaas bieden.

Resultaat van de opstanden in 1988: tienduizenden doden, honderdduizenden gewonden en miljoenen vluchtelingen in eigen land op zoek naar voedsel en een dak. Zullen de militairen dan, net als toen, hun vreedzaam demonstrerende landgenoten op gewelddadige manier verdrijven? De gelijkenissen met 1988 zijn inderdaad talrijk, maar één factor blijft vandaag onduidelijk. De Birmese militaire junta leeft op gratie van China en India. Hoe zullen die landen reageren op de huidige protesten?

China en India zijn de grootste potentiële mogendheden in de Aziatische regio. De Chinese economie groeide de laatste decennia met een enorm percentage. Dit manifesteerde zich in de Chinese politieke ambities van invloedsuitbreiding. Zie de problematiek rond Taiwan, concurrerende soevereiniteitsclaims in de Zuid-Chinese Zee, een wapenwedloop in Zuidoost-Azië, verschillende militaire afspraken, ...

De huidige Chinese invloed in Birma is op financieel, economisch, politiek en militair vlak onmisbaar voor de door het westen geïsoleerde militaire junta. Maar net hiervoor is die andere grootmacht, India, zeer beducht. India kende sinds haar economische liberalisering in 1991 een economische groei van 6%, net iets minder dan China. Die groei uit zich ook hier in groeiende politieke ambities. De laatste jaren stelt India zich assertiever op in de internationale politiek.

Meer dan andere landen is India bezig aan een diplomatieke evenwichtsoefening, waarbij ze met verschillende mogendheden relaties aanhaalt (o.a. Rusland, Verenigde Staten, Japan en ook China). Het land hoopt ook op permanent lidmaatschap in een hervormde VN-veiligheidsraad.
Maar India vreest sinds de jaren ’90 een ‘Tibetanisatie’ van Birma. De geschiedenis toont aan dat twee grootmachten de vrede bewaren indien zij de tussenliggende bufferstaten in stand houden en respecteren.

Een oorlog kan ontstaan als één grootmacht een bufferstaat annexeert of omvormt tot cliëntstaat. Tibet en Birma waren lange tijd de twee bufferstaten tussen India en China. Tibet werd in 1960 door China ingelijfd. Dit leidde twee jaar later tot een Chinees-Indische oorlog. India wil dit nu vermijden door goede contacten met de Birmese junta te onderhouden en de Chinese invloed in te perken. Zo zijn er opnieuw op het hoogste niveau formele en informele contacten en staatsbezoeken. India levert wapens aan de junta en importeert opnieuw Birmese producten.

Birma biedt om vele redenen grote voordelen aan India en China. Zo zijn de Birmese natuurlijke rijkdommen na decennialang economisch wanbeleid nog niet geëxploiteerd. Zo vormt Birma voor China een strategische doorgang naar de door India gedomineerde Indische Oceaan en voor de import van olie uit het Midden-Oosten. Zo is Birma een belangrijke afzetmarkt voor China’s en India’s militaire industrieën. En natuurlijk is, puur machtspolitiek bekeken, een invloedsuitbreiding naar Birma een belangrijke strategische zet voor die mogendheden.

Maar hoe zullen China en India reageren op de huidige crisis in Birma. Negentien jaar lang hielden de internationale politieke en mediakanalen zich afzijdig van de Birmese situatie. Maar nu staat Birma bovenaan de agenda van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en van de Veiligheidsraad. Kan India, hun streven naar een permanente zetel indachtig, die steun aan het regime volhouden? Kan China, met het oog op Beijing 2008, nog langer deze mensonwaardige junta financieel en logistiek onderhouden? Zij leveren, volgens mij, de sleutel voor een oplossing van het Birmese probleem.

Paul Cobbaert heeft de organisatie S.O.S. Birma gestart om een weeshuis en twee vluchtelingenkampen te steunen in Birma en aan de Birmese grens in Thailand.