Landenweb.nl

EGYPTE
Cruise op de Nijl

Tekst: Joyce Frey

Tegen de middag kwam ik in Luxor aan. Ik was nog gekleed in een warme jas die ik direct uitgetrokken had, een dikke trui, jeans en winterschoenen. Het duurde nog even voordat alle mensen met bestemming het schip H.S. Radamis 1 waren verzameld.

Na een kort ritje kwamen we bij het schip aan, maar konden nog niet naar onze kamer. Wij, een groepje van acht personen, mochten onze koffers in de gang laten staan en gaan eten. Een uitgebreid buffet werkte erg uitnodigend. Honger had ik ook.

We hadden onze gereserveerde tafel ingenomen, waar we de rest van reis zouden genieten van het heerlijke eten.
Toen we eindelijk onze kamers in konden, rende iedereen er heen om zich om te kleden in wat lichtere kleding.

Ik was in de morgen met -10° uit Zürich vertrokken en hier was het +25° "Slechts" een verschil van 35 graden.
Amper waren we naar de nieuwe temperaturen gekleed, of we moesten vertrekken om de tempel van Luxor te bekijken.

De gigantische zuilen waren imponerend; We leerden daar de onderkant en de bovenzijde van de zuilen uit elkaar te houden.
De ene kant had papyrus als ijkmerk, de onderkant de lotus. Daarna reden we naar de tempel van Karnak.
Deze was ook indrukwekkend.

Omdat het na de bezichtiging te vroeg was om naar het schip terug te gaan, werd ons aangeboden om met een koetsje een rit door de bazaars te maken in de afgelegen straten. We namen het aanbod graag aan, alhoewel me de prijs wel erg hoog leek. We lieten ons door de bazaars rijden waar alles verkocht werd.
Van radio's tot bonte kleren en doeken. Kruiden, die ook alle kleuren hadden waren er volop.

Tussen de stand zaten mannen aan een tafeltje van een waterpijp te genieten. Na anderhalf uur werden we weer naar de boot gebracht. We hadden genoeg tijd om ons te douchen voor we aan tafel gingen.
Na het eten gingen we met een paar andere mensen van ons groepje naar de bar, die een etage hoger lag.

De volgende morgen werden we om 5 uur gewekt. Na het ontbijt reden we met een klein busje een eind Luxor. Hieroglyfen

weg om naar de brug te komen, die naar de andere oever liep. Met opzet hadden de Egyptenaren de brug een eind van de stad gebouwd, om geen overvloedig verkeer te krijgen die hun tempels in de stad konden beschadigen. Zodoende kunnen onze achter kleinkinderen kinderen deze tempels ook nog bezoeken. Daar in de buurt lag het dal van de koningen, bijna recht tegenover de ligplaats ons schip.

Toen we aan kwamen begon het al licht te worden, maar nog wel erg fris. De ene na de andere bus kwam aangereden.
De gidsen kregen bijna ruzie, omdat iedereen zijn groepje, als eerste naar boven wilde laten rijden.We hadden eindelijk ook een plaats in een treintje gekregen dat ons naar boven moest rijden. Volgens mij hadden we het even vlug kunnen lopen.

Het eerste graf bezochten we met Jasir, onze gids.
Door een lange gang, waar de beide zijden van schilderingen voorzien waren, kwamen we op het eind bij een paar sarcofagen.
Daarna konden we op eigen houtje nog twee andere graven bekijken.
Ik nam de eerste in de buurt en vond dat die er bijna hetzelfde uit zag als de andere.

De tweede was een stuk verder. Ik moest zelfs een stuk hoger klimmen om in het graf te kunnen komen. Maar ook deze was in principe hetzelfde.
Na een half uur waren we weer bij elkaar om verder te gaan.
Toen we bij de bus kwamen, arriveerden steeds meer bussen.

We reden nu naar de dodentempel Deir el Bahari, van Koning Hatschepsut.
Ook daar moesten we ons met een treintje naar boven laten rijden, terwijl het toch maar een klein stukje was. Ik kon in gedachte de bloedsporen zien van de mensen die een paar jaar geleden, bij een terroristenactie, om het leven waren gekomen.

We konden de gebouwen weer op eigen gelegenheid gaan bekijken. Na de bezichtiging stopte de bus nog even om ons de gelegenheid te geven, foto's van de kolossen van Memmon te maken.
Toen konden we een albastine zaak gaan bekijken, maar dat interesseerde me niet. Dan weer terug naar onze boot.

Als alle passagiers, Arabieren, Scandinaviër en Japanners, weer aan boord waren, konden we eindelijk weg varen.
Ik ging naar het zonnedek en ging op mijn buik op een van de bedden liggen en kon onder de reling door, naar het landschap dat in de buurt van de Nijl vruchtbaar was, kijken.

Achter het vruchtbare land was het kaal land met heuvels.
Tegen de avond bleef de boot liggen. We moesten wachten tot we door de sluis van Esna konden varen.

Er lagen al veel boten en Jasir dacht dat het wel achttien uur kon duren, voordat wij aan de beurt waren om er door gesluisd te worden.
Ik hoopte dat het niet vroeger gebeurde en ik me zou verslapen om het spektakel te zien.
Het was half zes toen ik buiten stemmen hoorde.


Verder lezen >> www.reisimpressies.eu - Egypte