Landenweb.nl

COTE D'AZUR
Het onderwaterreservaat van Port Cros

Op zo’n vijftien kilometer voor de Zuidfranse kust ligt de eilandengroep van Hyères. Dertig miljoen jaar geleden zijn deze gouden eilanden zoals ze in de volksmond worden genoemd losgekomen van het vasteland. Ze lijken nu naar open zee te drijven. Het talud tussen de kust en de eilanden loopt door naar een diepte van ongeveer vijftig meter. Schepen en vliegtuigen die hier in het verleden op de bodem terecht zijn gekomen zijn dankzij dit relatief ondiepe water bereikbaar voor veel duikers. Achter de eilanden echter loopt de bodem al snel af naar een duizelingwekkende diepte van twee kilometer. Sommige canyons in de bodem eindigen zelfs op vijf kilometer.

Ruim 5 miljoen jaar geleden stond de Middellandse Zee leeg na een periode van verdamping. Toen door een aardbeving de tegenwoordige Straat van Gibraltar openbrak vulde deze grote kale kuil zich weer met water uit de Atlantische Oceaan. Dit proces heeft een hele eeuw geduurd. Sindsdien is het weer een respectabele zee die de bijnaam Grote Blauwe heeft gekregen. Aan het eind van de 19e eeuw werd er door de Engelsen en de Fransen een verbinding gegraven naar de Rode Zee: het Suezkanaal. Vanaf dat moment waren er twee verbindingen en konden uitheemse (sub)tropische soorten ook heel voorzichtig deze zee komen verkennen.

Het middelste van de drie eilanden heeft de naam Port-Cros gekregen. Eeuwenlang vervulde het een strategische rol bij de verdediging van de Franse kust. Vanaf de 16e eeuw werden er stevige forten gebouwd op het eiland dat verder enkel bewoond werd door een paar vissers. Eeuwen terug was de oversteek vanaf het vasteland nog een hele onderneming. Port-Cros was al best ver varen en de overtocht naar het meest oostelijke eiland, Ile du Levant, durfde bijna niemand aan. Daar leefden eerst eenzame monniken en vervolgens werd er in 1861 een door water omringde strafkolonie voor minderjarigen gevestigd.

Tegenwoordig duurt de oversteek naar Port-Cros slechts een half uur en bij het binnenvaren van de haven word je in de zomermaanden verwelkomd door een oorverdovend concert van duizenden cigales. Aan de linkerkant ligt het Fort du Moulin en recht voor bevinden zich de kleine aanlegplaatsen en een groepje huizen die het dorp vormen. Behalve hier is het eiland onbewoond. Overdag lopen er veel mensen rond op de kleine zanderige boulevard langs de zee of op de vele wandelpaden die het eiland rijk is. ’s Avonds echter, als de laatste boot met dagjesmensen vertrokken is, wordt het heel rustig. Dan zijn er alleen nog maar de gasten van de paar kleine hotels en pensions en de opvarenden van de schepen die voor anker liggen.

Sinds 1963 is het eiland een nationaal park. Alle soorten die zowel boven als onder water voorkomen in dit reservaat zijn beschermd. Wandelen op het eiland mag, maar een ieder moet zich aan strikte regels houden. Duiken mag, maar ook hier zijn strenge regels aan verbonden. Ankeren rondom het eiland is verboden, er is een maximum gesteld aan het aantal duikers dat tegelijkertijd op een bepaalde stek het water in mag, aanraken van soorten en zelfs van de bodem is uit den boze en ook voeren van vissen mag niet. Vanuit het park wordt er door politie en parkwachters streng toezicht gehouden op de naleving van de regels, ook op het water en onder water. Duikers die hier te water willen moeten eerst in de haven een handvest ondertekenen waarin zij verklaren zich te zullen houden aan de beschermende maatregelen.

Het lijkt allemaal heel streng, maar het werkt. Daar waar de natuur jarenlang het onderspit heeft moeten delven, leeft deze hier tegenwoordig weer op. De grote en wat chagrijnig kijkende bruine tandbaars was vrijwel verdwenen uit deze wateren. Tegenwoordig zwemmen er rond het eiland ruim Zevenhonderd van deze vissen rond. Dit betekent bijna een vertienvoudiging in twintig jaar tijd. Jonge vrouwtjes en grote mannetjes zwemmen in groepen bij elkaar in open water en langs de rotsen. Vooral bij de rotspunt La Gabinière, aan de zuidkant van Port-Cros, komen deze tot anderhalve meter grote vissen veel voor. Ze zijn niet bepaald schuw. Vaak zijn ze net zo nieuwsgierig als de duiker en komen ze met hun dikke lippen helemaal tegen de lens aan op het moment dat je ze aan het fotograferen bent. Aanraken is dan wel verboden maar aangeraakt worden overkomt je zomaar in dit blauwe water.

Het decor onder water is verrassend. De rotsen lopen schuin af naar beneden en vormen soms lange en diepe geulen. Grote gorgonen of waaierkoraal in vele kleuren bedekken de wanden. In dit koraal hangen wel eens de witte eieren van een hondshaai. Deze hebben tweehonderd dagen nodig om uit te komen en als je er goed naar kijkt kun je het kleine embryo van de haai zien bewegen. De donkere holtes in de rotsen worden versierd door fraaie gele korstanemonen. Met een lamp vind je daar onder de stenen ook geel koraal of het fragiele neptunuskant. Daar waar stroming is leven op geringe diepte allerlei soorten naaktslakjes die zich voeden met takjes eudendrium. De gekleurde hervia’s en flabellina’s wiegen mee met de waterbewegingen en lijken hun leven lang te willen dansen op de maat van de zee. Gemeen kijkende murenen en enorme congeralen steken soms hun kop uit een holletje in de rotsen en met wat geluk verschijnen ze zelfs helemaal om in hun slangachtige sierlijkheid over het gesteente te kruipen. Beerkreeften en langoestes zoeken dezelfde bescherming op en wachten het liefst de duisternis af om op pad te gaan op zoek naar voedsel.

Op de bodem worden de rotsformaties afgewisseld door grote velden neptunusgras of zandvlaktes. Het hoge neptunusgras vormt hele kolonies en zorgt voor zuurstof in de zee. Tussen de lange stengels in verstoppen honderden kleine soorten zich voor mogelijke vijanden. Deze kraamkamers zijn vaak al een eeuw oud. Het zand is ook het bestuderen waard vanwege de vele dieren die zich daaronder verschansen zoals pietermannen, tarbots en grote kamsterren. Met wat geduld steekt vroeg of laat een dier zijn kop naar boven om te zien wat er om hem heen gebeurt.

Zelfs in open water valt er genoeg te beleven. Veel kleurige vissoorten die in scholen leven blijven bij voorkeur dicht bij de rotsen maar als je de rotswand af en toe de rug toekeert heb je kans om een van de scholen patrouillerende barracuda’s tegen te komen. Vijftien jaar geleden verschenen de eerste exemplaren, verkenners die uit het warmere zuidelijke deel van de Middellandse Zee waren gekomen. Doordat het noorden van de zee nu ook iets warmer wordt komen er nieuwe soorten in het gebied. De barracuda’s zijn nu niet meer weg te denken van Port-Cros en vooral La Gabinière. Met duizend tegelijk zwemmen ze op een diepte van tien meter waarbij ze een spiraalpatroon volgen. Met hun spitse bek en grote tanden zien deze roofvissen er weinig uitnodigend uit. Als je op ze af zwemt opent de school zich echter voor je en mag je voor hoe lang je lucht en duikprofiel het toelaten met ze mee zwemmen. Er is dan geheel niets te merken van enige agressiviteit en je leeft gewoon mee in een zilveren en glinsterende massa die zich een weg baant door de stroming.

Niet ver van het eiland liggen legendarische wrakken als de Donator, de Grec en het Congerwrak. Dat laatste is bekend geworden om de vele congeralen die het kleine wrak in bezit hebben genomen en die vroeger met name de gewoonte hadden om te knuffelen met bezoekende duikers. Dat was in de tijd dat je ze nog mocht voeren. Maar Port-Cros moet het vooral hebben van de natuur en de liefhebbers op de vele boten die elke dag vanaf de kust naar het eiland varen komen hier ook voor. Scholen zwaluwstaartvisjes en vlaggenbaarsjes verwelkomen je zodra je het hoofd onder water steekt en brasems en oblada’s houden je steevast gezelschap tijdens je veiligheidsstop. Girelles begroeten je in ondiep water en als je geluk hebt word je heel af en toe boven water begroet door dolfijnen. Niet zelden kom je harders, zeebaarzen of zelfs metersgrote maanvissen tegen in dit gebied. Van klein tot groot, van eencellig parasolwier of luipaardslak tot tonijn of gemarmerde sidderrog leven in dit eldorado. Je hoeft er je ogen alleen maar voor open te houden.

Voor foto's van het onderwaterleven bij Port-Cros, zie ook www.ecritures.nu/middellandsezee