Landenweb.nl

ZWITSERLAND
Bern

Tekst: Joyce Frey.

Vroeg in de morgen vertrok ik in de hevige regen en kou naar het station van Appenzell. Het was nog half donker. Ik was zomers gekleed, omdat het weerbericht voor Bern opklaringen beloofd had. Dus ik rekende er op dat het weer vlug beter zou worden.

Toen de Appenzellerbahn in Urnäsch aankwam, vielen er zelfs sneeuwvlokjes. In Gosau moest ik overstappen voor een directe treinverbinding naar Bern. Een reis van drie uur.

In Bern aangekomen was het daar maar zes graden.

Maar ik had mijn doel bereikt en ging dapper de stad bekijken.
Al vlug had ik het Bundeshaus gevonden, dat in Florentijnse renaisance stijl gebouwd is. Daar zit de regering.

Het Bundeshaus zelf staat in stadsdeel Baugerusten.
Ik wandelde verder naar de Münster.
Een prachtig gebouw en ging dan verder de straat door. Aan de ene kant was het prettig om onder de arcaden te lopen, daar werd je niet nat. Maar het loont toch de moeite om de regen in te gaan om de mooie bronnen midden op de straat te zien. er zullen over de honderd bronnen zijn. Onder de arcaden, die zes kilometer lang zijn en daarmee de langste overdekte winkelpromenade van Europa is, staat winkel naast winkel.

Daar is voor ieders smaak en portemoné iets te vinden.
Tenslotte bereikte ik aan het einde van de Junkergasse, de Nydeggbrücke en ging er overheen. Onder me kolkte de Aare.

De rivier die normaal rustig met helder water vloeide, donderde nu na de zware regenval, met vuil bruin water door de bedding.

De wens om hier mooie foto's te maken, viel letterlijk in het water.
Alles zag er troosteloos uit.

Mijn hart sprong open, toen ik de berenkuil ontdekte. Het was zelfs opgehouden met regenen. De kou en duisternis bleven.

De beren in de kuil schenen zich niets van het weer aan te trekken.
Ze gingen gemoedelijk heen en weer en hoopten op goed voer dat door toeristen naar beneden werd gegooid.

Ook vogels, die niet bang voor de beren waren lieten het zich de overgebleven resten goed smaken.

Volgens mij is er veel te weinig plaats voor de beren.
Naast de berenkuil staat een toeristinfo kantoortje waar ik wat informatie en de stadskaart haalde.

Ik ging via de andere kant van de brug terug. aan het einde keek ik uit op de Untertotbrucke, waar het water al even bruin onder door stroomde.

Maar ik was nieuwgierug hoe het daar onder uit zag en ging de trapjes af, langs leuke huisjes naar beneden.

Halverwege dacht ik:"Ojé, die moet ik straks weer op naar boven."
In het benedendeel van de stad waren zelfs arcaden.

Maar hier was niets bijzonders te zien. daarom wandelde ik verder, tot ik weer naar boven kon.

De mars omhoog moest ik toch enkele keren onderbreken om op adem te komen. Toch was ik al weer vlug bij het stadhuis.

Ik wandelde weer onder de arcaden heen en weer van de ene naar de andere straat. Aan de zijkanten waren stoelen opgestapeld.

Ik dacht er aan hoe gezellig het had kunnen zijn als er terrassen met gezellige mensen te bewonderen waren.

Ik slenterde verder en vond de Zytglogge. In het Nederlands: de tijdklokkentoren.

Het is tevens de eerste en enige stadspoort, die in de twaalfde eeuw gebouwd werd.

Aan de andere kant stroomt het water dat de Berners tegen indringers moest beschermen.

Niet ver van het station staat zelfs een Hollandse toren. Hierover hoorde ik later pas.

Ik kwam bij de Kornhausbrucke en ging er overheen. Ik keek uit over de Aare en de prachtige omgeving onder me en dacht er aan hoe mooi het moest zijn om daar beneden op op een mooie dag te wandelen.

Aansluitend liep ik naar het Bundeshaus en ontdekte een park daarachter, waar zelfs een kabelbaan was.

Ik had me de moeite kunnen besparen om te klimmen als ik een stukje verder gelopen had Intussen had ik honger gekregen.
Op de Bundesplatz ging ik in een restaurant iets eten en een hete koffie drinken.

Nadat mijn buikje vol en opgewarmd was, ging ik verder met mijn ontdekkingstocht.

In het parkje naast het Bundeshaus stonden bankjes in rijen te schreeuwen om gebruikt te worden. Zij waren mens-leeg.
Ik had het vermoeden dat je hier met warme dagen moest vechten voor een plaatsje.

Ik wandelde verder door de straten en vond een winkel die me magisch aantrok. Het was de "Lollypop" Ik kon met een glijbaan of een trap naar beneden gaan. Ik nam de trap. Dat maakt toch een betere indruk voor een oudere dame.

Beneden aangekomen kwam de zoete geur me tegemoet. Aan het kleurrijke had ik geen behoefte. Ik zocht het zwarte. Hollandse drop!!!
Ik schepte van iedere soort wat in een plastic zak en dacht: "Bern is de reis waard geweest"

Verder bekeek ik de Zytglogge van de andere kant.
Omdat het weer me niet meezat ging ik een uur eerder dan gepland naar huis.
Het is me heel duidelijk geworden; Bern is voor mij een van de mooiste steden die ik gezien heb.

Dat moet ook de mening van de UNESCO geweest zijn, want in 1983 is Bern in de lijst van Wereldcultuursteden opgenomen.

Een ding is zeker; dit is niet mijn laatste bezoek aan Bern geweest !

Meer reisverhalen Zwitserland >> www.reisimpressies - Zwitserland