Landenweb.nl

BOTSWANA
Ontspannen kun je het best in de Okavango Delta

Donderdag 13 mei Naar de Okavango delta

Na het ontbijt en de fotoshoot gingen we op pad. Het uitchecken uit Namibie ging gelukkig net zo snel als het inchecken in Botswana, helemaal goed dus. Rijdende zagen we dat we nu toch echt wel in Afrika waren, de karakteristieke ronde hutjes bij elkaar in een groepje met een rieten schutting er omheen waren hier wel veel aanwezig. Sommigen waren voorzien van stroom en dus prompt ook een televisieschotel, maar dat waren wel de uitzonderingen die vaak dicht bij de weg en een stadje stonden. Na een korte rit zijn we maar weer boodschappen gaan doen, vooral vlees. Dat mocht namelijk niet mee ingevoerd worden. Na de boodschappen waren we al snel bij de opstapplaats voor de speedboten die ons een stuk de delta in zouden brengen. Omdat er zoveel water was en er dus een overstroming was over de weg die we normaal gesproken met de safaritruck gereden zouden hebben was de tocht met de speedboten een stuk langer. Toen alle spullen in de speedboten moesten vroeg Frank ons om allemaal mee te helpen, zodat het snel zou gebeuren, en het niet op de schouders van enkele mensen zou aankomen. We waren al snel ingescheept, Frank en Tine & Hilde gingen met de voorraadboot mee, de rest in een andere boot met hun eigen spullen en wat waterkannen. Toen we net voorbij de originele opstapplaats Sepopa Swamp Camp waren gevaren bleek de motor van onze boot niet goed te zijn, hij had niet half voldoende vermogen om ons heel dat stuk naar de volgende stop te kunnen brengen. Dus terug naar Sepopa Swamp Camp, waar we even moesten wachten en toen op twee boten verdeeld werden. De tweede boot waar wij op zaten was ook al niet helemaal goed, maar uiteindelijk kwamen we met een vertraging van een uurtje aan op de volgende plek. Daar was alles al door de drie mensen uit de vrachtboot uitgeladen, en stond zelfs de lunch alweer klaar. Wat een service. Na de lunch moest alles weer worden overgeladen in een vrachtwagen en pick-up met aanhanger om naar de opstapplaats van de mokoro's te vervoeren. Wat een gesjouw en gedoe allemaal, als de komende dagen het allemaal maar waard zijn. Toen we aankwamen bij de mokoro's mocht alles weer overgeladen worden op de kano's. Wat een hectische toestand, het lijkt wel Afrikaans. Eerst Clever maar eens met een deel van de keuken en de koelbox met het vlees in een bootje gezet en weg laten gaan. Toen wij allemaal met een deel van de tenten, matrasjes en andere zaken. Voor ieder stel was er een mokoro en een punteraar, dus wel lekker luxe. Maar toen we eenmaal allemaal zaten en onderweg waren was het helemaal top: een prachtig gebied, niets hoeven doen als rond te kijken en ontspannen achterover te leunen. Onderweg zag je goed dat het verder dan normaal overstroomd was, we kwamen ook zwemmende kinderen tegen die niet ver van huis waren. We hoefden maar een halfuurtje te varen met Pidi onze punteraar aan de helm voordat we bij ons onbewoond eiland met bushcamp aankwamen. Natuurlijk moest eerst de tent worden opgezet, en kregen we uitleg over het bushtoilet. Dat was een gat in de grond met een berg zand en een schep ernaast. Was je klaar, dan zand erover en dat was het wel. Clever was natuurlijk al weer volop bezig met het avondeten, het is toch fantastisch om te kamperen en zelf bijna niets te hoeven doen. Aan het kampvuur twee kleine glaasjes witte wijn ieder, en de rest van de fles meegenomen naar de tent. Voor de eerste keer deze reis op alleen de matjes van Sawadee geslapen. Na de eerste nacht waren we blij dat dit maar twee nachten hier hoeft en dat we onze eigen matjes hebben meegenomen. Dit slaapt toch iets minder comfortabel dan met een zo'n matje en onze eigen matjes er bovenop.


Vrijdag 14 mei Okavango Delta

We zijn vroeg opgestaan, hebben snel ontbeten en zijn ingescheept op onze mokoro voor de bootsafari van die dag. Omdat Maaike die dag jarig was (op wat voor mooie plek kun je jarig zijn) was haar stoel en later ook hun mokoro versierd met ballonnen. Natuurlijk hebben we voor haar gezongen en uitgebreid gefeliciteerd voordat we weer op pad gingen. Pidi maakte stoeltjes van onze matrasjes en een stok die hij ter plekke kapten en zo konden we licht bepakt, met alleen camera, water en zonnebrand, genieten van onze tocht. Pidi is een goede punteraar, hij ziet waar wij naar kijken en vaart daar dan ook prompt naar toe. We hebben dus aardig wat andere weggetjes gedaan als de andere mokoro's met onze reisgenoten erin. Hij wees ook dingen aan die hij vanuit zijn ervaring kan zien, en die wij anders zouden missen. Toen we wegvoeren zag Pidi een olifant op het eiland, en hoewel het beest moeilijk te zien was, konden we er toch vaag een beeld van zien. De tocht was heel erg leuk, omdat we tussen het riet en de papyrus aan het varen waren sprong er ook wat spul in de boot. Al snel was daar zich een eigen kleine biotoop aan het bouwen. Spinnetjes bouwden hun web om de kleine mugjes die in de boot ronddoolden te vangen en te verschalken. Kleine kikkertjes vielen van het papyrus af en kwamen zo in de boot terecht. Erg leuk allemaal, vooral ook omdat het zo klein was en dus niet echt bedreigend. Na ongeveer anderhalf uur varen kwamen we aan bij wat de startplaats voor de wandelsafari had moeten zijn. Helaas was die door de overstromingen ook wat verlegd, en we moesten dus ook wat capriolen uithalen om aan die safari te kunnen beginnen. Eerst maar eens met de mokoro onder een omheining door, en vervolgens natuurlijk nog wat verder gevaren voordat we aan land konden. Toen we dat land eenmaal hadden bereikt en we zonder al te natte schoenen op het droge stonden kregen we uitleg van onze gids over wat we allemaal konden aantreffen. Voordat we gingen lopen wisten we dus wat te doen als we bijvoorbeeld olifanten, slangen, buffels en leeuwen tegen zouden komen. Spannend werd het er wel van, maar toch gingen we op ons gemak lopen, verdeeld over twee groepen omdat we anders teveel herrie zouden maken. Langzaam en stilletjes wandelend hebben we planten en termieten gezien, en daar uitleg over gekregen. Ook een omgevallen, super grote baobab boom was een bezienswaardigheid. Ook wat vogels vlogen over, en ook daar wist de gids aardig wat over te vertellen. Halverwege de tocht die anderhalf uur duurde kwamen we inderdaad de wat grotere beesten tegen. Geen olifanten of leeuwen, maar zebra's. Die hadden we al heel veel gezien, maar deze stonden onder een boom in de bush, dus waren lastiger te spotten. Ook wel weer bijzonder :. Na onze wandeltocht waarbij we het andere deel van de groep ook nog tegen kwamen, zijn we weer gaan varen. Op een rustig tempo ook nog even op zoek naar een nijlpaardenpoel. We hadden ze wel de vorige dag van een afstandje gehoord, maar ze nog niet gezien. Uiteindelijk is dat ook niet gelukt, en misschien maar goed ook. In zo'n kleine mokoro lijkt dat niet heel veilig, het blijft tenslotte niet meer dan een kano. Met een omweg van weer ongeveer anderhalf uur kwamen we aan bij onze bushcamp. Daar was het tijd om de tenten af te breken en te lunchen. Helaas kwam daarna ook weer een einde aan het verblijf op ons onbewoond eiland. Frank vroeg nog wie er allemaal zin hadden om in de delta te gaan zwemmen, maar daar was weinig animo voor. We zijn dus wat langzamer opgestart, we hadden toch tijd genoeg. Toen het echt tijd was hebben we alles weer in de mokoro's geladen. Toen wij zo ver waren, en we moesten wachten op een aantal anderen zorgde Pidi er voor dat we in de schaduw lagen, en het is dus dat Piet dat ook zou doen anders nam ik Pidi mee naar huis. Toen we uiteindelijk weg voeren ging onze punteraar natuurlijk weer een andere waterweg in, deze keer om ons papyrus te laten proeven. Zo kun je dus in de delta overleven als je niet van het water durft te drinken, er zit genoeg gezuiverd vocht in zo'n stengel. Onderweg, aan het einde van onze tocht, hebben toch nog wat mensen gezwommen, maar wij vonden het wel prima zo. Eenmaal aan land moesten we nog even wachten op de vrachtwagen die ons naar onze volgende campsite in de delta zou brengen. Nadat we alles weer overgeladen hadden was het weer hobbelen met weinig plek in de vrachtwagen. Het was gelukkig maar een klein stukje, een minuut of twintig, dus best om te doen. Onze campsite was eigendom van een corporatie van punteraars en andere lokale bevolking en heet Mbiromba Camp. Daarmee hebben we weer een lokale bevolkingsgroep gesteund, en dat vinden we prima. Toen we aankwamen op de campsite was de eerste activiteit natuurlijk het opzetten van de tent, maar daarna was het toch echt tijd voor een douche. Helaas was die niet heel de tijd warm, maar het voelde wel weer lekker om schoon te zijn. Toen we net klaar waren met douchen kwam de receptioniste ons vertellen dat ze wist dat de douches kapot waren. We mochten daarom gebruik maken van de chalets om te douchen. Mooi te laat, maar het gaf allemaal niet heel veel. De accu's en andere zaken die opgeladen moesten worden konden we bij de receptie neerleggen, en dat hebben we dan ook maar meteen gedaan. Het zal ons niet gebeuren dat we een lege accu hebben, we hebben al genoeg pech met onze apparatuur. De stroom ging pas om half zeven aan, maar het kon er maar vast liggen. Na al die activiteiten zijn we naar de bar gegaan voor een biertje. We hadden niets anders dan ZA Randen, en zouden Botswaanse Pula's terugkrijgen. Toen we daar op aan het wachten waren kwamen Gerrit en zijn clubje ook aanschuiven, dus toen hebben we maar een rondje gedaan. Ze hebben tenslotte gezorgd dat we weer foto's hebben van de eerste week. Heel goedkoop was het er niet, € 10,00 voor zes biertjes, en dan kwamen we zelfs nog vijf Pula's (US$1,00) tekort. Gelukkig had Kees die over, dus kwam toch alles nog goed. Toen we ons biertje hadden kwam Maaike zeggen dat we alles op haar rekening moesten zetten. Maar dat vonden we te gek. Haar feestje was tenslotte bij het kampvuur en daar zijn we na het legen van onze biertjes met z'n allen naar toe gegaan. Alle drank was daar op haar kosten. Om tien uur zijn we naar bed gegaan.


Zondag 16 mei Onderweg naar Chobe National Park

We konden lekker uitslapen en hebben dus geen wekker gezet. Natuurlijk waren we wel weer op tijd wakker. Omdat we tijd genoeg hadden hebben we de tassen opnieuw ingeruimd, het was intussen een aardige puinhoop geworden. We hebben heel erg op ons gemak kunnen ontbijten, en er was ook weer spek. Dat wordt weer afkicken als we thuis zijn. Om half tien zijn we vertrokken naar Chobe, waar we om vier uur aankwamen. De lunch hadden we op een plekje vlak voor de grensovergang, vlakbij een brug. Toen we op de brug reden zagen we olifanten langs de kant van de rivier staan. Dus iedereen er naar toe om de eerste blik op de beesten waar Chobe mee vol zou zitten te werpen. Op de lunchplek waren ook de eerste echte baobab bomen van dichtbij te bewonderen, dus een mooi plekje. Nadat we over een matje met ontsmettingsmiddel waren gelopen en de zoveelste grensovergang waren gepasseerd konden we onze weg naar het park vervolgen. Onderweg kwamen we wat vogels en wild tegen, maar de grootste verrassing stond net voor de ingang van het park: een kleine kudde olifanten onder de bomen langs de kant van de weg. Alweer een teken dat het wel goed zou komen met dat wild in Botswana. Toen we aankwamen op de campsite bleek die voor het grootste gedeelte overstroomd te zijn. We moesten dus inschikken en stonden op een zanderige plaats dicht op elkaar. Nadat de tenten waren opgezet hebben we met z'n allen wat gelummeld rond de tent, biertje gedaan, beetje zitten kletsen en wat geprobeerd te lezen. Na het eten kreeg ik last van mijn maag, en ben ik dus op tijd naar bed gegaan, ik lag er om half negen in met het idee dat het dan wel weer over zou gaan (en dat was gelukkig ook zo). Frank had al wel gamedrives georganiseerd voor de volgende dag, en natuurlijk ging iedereen mee.


Maandag 17 mei

Om kwart voor vijf zijn we opgestaan voor een licht ontbijt en onze eerste gamedrive in Chobe National Park. Het ontbijt bestond uit wat muesli en een kopje thee, maar dat was op dat tijdstip eigenlijk ook wel voldoende. Daarna zijn we met de hele groep gaan lopen naar de ingang van de campsite waar de safarivoertuigen stonden te wachten. Natuurlijk waren we niet de enige groep die het park in ging. Iedere groep had zijn eigen voertuig, dus dat was prima geregeld. Het was een soort vrachtwagen met een tribune er op, wel met een dak maar aan de zijkanten zat helemaal niets. Toen we net zaten kwam de gids ons vragen of we onze paspoorten bij ons hadden, bij een controle zou dat wel eens nodig kunnen. Dus de halve groep (inclusief ik) terug naar de tent om de paspoorten op te halen. Omdat het zo donker was kon ik ze natuurlijk niet heel snel vinden. Maar dan waren we dan toch eindelijk op weg. Eerst moesten we een aardig eind rijden, het was goed dat Frank ons had gewaarschuwd dat het koud kon zijn, dat was het namelijk ook. Toen we aankwamen bij de echte toegangspoort moest onze (hoofd) gids ons registreren, en dat duurde een hele tijd. Andere voertuigen kwamen en gingen, en wij stonden maar te wachten. Uiteindelijk kwam die van ons natuurlijk ook wel terug, en kon hij ons vertellen dat de paspoorten niet nodig waren 9. Dus toen zijn we maar het park ingereden. We hadden eerst het idee dat iedereen in de voertuigen achter elkaar zouden rijden, maar gelukkig waren er meer paden en ging ieder zijns weegs. Al heel snel sloeg onze gids een zijweg in waar we snel een kudde impala's zagen. Natuurlijk veel foto's gemaakt hoewel dat niets uit zou halen omdat het nog volop schemerde en het licht dus verre van optimaal was. Op zulke momenten baalde ik nog steeds dat mijn videocamera kapot was. Na de impala's hebben we een stop gemaakt voor het landschap, en daarna heel veel stops voor vogels en vogeltjes. Er waren wel hele mooie bij, maar op een gegeven moment had ik het daarmee toch wel gezien. Gelukkig was ik niet de enige en zei zelfs de gids dat hij niet meer zou stoppen voor vogels. Onderweg stond er ook nog een nijlpaard op de weg en lagen er wat in het water. Daar lag ook een krokodil bij, maar het was allemaal wel erg ver weg. Vervolgens hebben we marabouts, visarenden, een koedoe, en een buffel in het struikgewas gezien, maar geen olifanten. Toch zou Chobe het park met hele kuddes moeten zijn, maar daar hebben wij weinig van meegekregen. Op een gegeven moment kreeg de gids bericht dat er leeuwen gesignaleerd waren en daar gingen we naar toe. Aangekomen bij de leeuwen: geweldig. Een leeuwin die aan het jagen was, ze kwam zo langs de truck gelopen met zowat al haar spieren zichtbaar omdat ze zo aan het sluipen was. Maar ze komen dan wel heel dichtbij, en zijn dan ook wel heel erg groot. Gelukkig had ze nog nooit mens gegeten en herkende ze ons dus niet als prooi, anders was een sprongetje genoeg geweest om één of meerdere hapjes te kunnen nemen van die mensen die in het voertuig zaten. Even later kwam aan de andere kant van de truck ook nog het mannetje onder de bomen uit. Hij stond daar prachtig alsof hij zijn wijfje vroeg waar het eten bleef. We hebben lang staan kijken en toen we doorreden zagen we nog wat leeuwen onder bomen liggen. Het was allemaal heel bijzonder. En toen was het alweer tijd om terug te gaan, onderweg hebben we natuurlijk nog wel wat gezien, maar het hoogtepunt was toch wel het kijken naar de leeuwen. Toen we Op de campsite aankwamen waren Frank en Clever alweer bezig met het warme ontbijt: gebakken spek, tomaat en eieren. Helaas is dat laatste niet gelukt, de eieren waren niet goed. Clever probeerde er nog een heel aantal, maar durfde het toch niet aan om ze ons voor te zetten. Uiteindelijk heeft hij ze balend allemaal weggegooid. We hebben heerlijk ontbeten en zijn daarna in de bar een beetje gaan schrijven. Natuurlijk kwamen er anderen bij zitten, dat vertraagd het schrijven, maar blijft wel gezellig. Een biertje erbij en het was weer compleet. Om twee uur hebben we een lichte lunch gedaan met een tonijnsalade. Voordat we weg gingen had Frank ook het goede nieuws dat hij de kas opgemaakt had, of we allemaal maar even wat extra Euri wilden geven om de drankjes en de gemaakte excursies af te rekenen. Gezien ons drankgebruik gedurende de hele vakantie viel de schade nog wel mee, ruim € 10,00. Om drie uur vertrokken we voor onze bootsafari, een heuse sunsetcruise. De koelbox en een vaatje rode wijn gingen mee aan boord, dus het moest goed komen, beesten of niet. We hadden onze eigen boot, dus precies goed. Omdat de boot niet zo groot was moesten we wel tactisch gaan zitten, zeker omdat de koelbox zwaar was en voorin moest staan. Toen we allemaal geïnstalleerd waren zijn we gaan varen. Ineens stonden er drie koedoes langs de kant die het helemaal niet erg vonden om op de foto te gaan, en lagen er ook krokodillen op de oever en nijlpaarden in het water. Heel erg mooi allemaal, het was wel een beetje jammer dat Maaike ervoor sprong toen Piet een mooie foto wilde maken van een hippo met zijn bek open, maar dat kan gebeuren. Net toen ik zat te mopperen dat we in heel de reis al wel "vier" olifanten hadden gezien zagen we in de verte een olifant langs het water. Vanaf dat moment hebben we er zeker twintig gezien, aan het water en oude en jonge exemplaren. Er ging er ook nog eentje het water in, en dat gaf wat commotie: er lagen nogal wat boten omheen en toen onze bootsman dichterbij wilde varen moest hij de boot tussen de olifant en de oever manoeuvreren. Een olifant vindt dat niet fijn, hij denkt dan namelijk dat hem de weg naar het land wordt afgesneden (en dat is natuurlijk ook zo). We zullen maar zeggen dat het goed is dat een olifant in het water minder snel is dan op het land. Hij kwam in ieder geval aardig boos op onze boot af. Na nog wat krokodilletjes op de kant voeren we verder naar een olifant en wat nijlpaarden om daar de zonsondergang rustig te kunnen zien. Toen we dichterbij het uitgezochte plekje aankwamen zagen we dat er ook nog een aantal giraffen stonden. Het was een plaatje en een prachtige afsluiting van ons verblijf in Chobe. Van pure vreugde hebben we net z'n allen het vaatje wijn maar leeg getrokken. Op de terugweg hield onze bootsman de vaart er goed in, en voeren we ook ver van de oever om die vaart er in te kunnen houden. Op de campsite waren, zoals intussen goed gebruik was, Clever en Frank alweer bezig met het diner. Intussen gingen wij met z'n allen lekker douchen. Daarna kwam er iemand die speciale T-shirts kon laten maken en die we dan zouden kopen. We konden zelf de opdruk en de kleuren daarvan kiezen, dus toen we een mooi setje hadden uitgezocht heb ik er ook een besteld. Tijdens het diner gaven we de heren alle drie hun fooi, onder dankzegging met natuurlijk de nodige zoenen. Ik deed het woordje voor Frank, en Hilde voor Fineas en Clever. Jammer dat juist bij dit diner het vlees voor de eerste keer van de vakantie taai was. Na het eten hebben we tot half elf zitten kletsen, maar toen werd het koud en zijn we naar bed gegaan.


Dinsdag 18 mei

Om half zeven zijn we opgestaan om voor de laatste keer de tent af te breken. Bij de laatste keer kregen we ook nog een tip om het opvouwen wat gemakkelijker te maken. Het was al die tijd al wel goed gegaan, maar als de tentstokken bleven staan ging het toch nog net wat strakker. Clever had voor het ontbijt gezorgd voor boerewors en eieren, dus dat kwam weer helemaal goed. Het duurde allemaal wat langer dan gebruikelijk, maar dat was geen probleem want we hadden tijd genoeg. Na het uitgebreide en langzame ontbijt hebben we met z'n allen voor de laatste keer de spullen in de truck gezet en zijn we op weg gegaan naar de laatste bestemming van deze vakantie: Victoria Falls in Zimbabwe. Onderweg zagen we wat verder van de weg nog een olifant die we maar meteen met z'n allen op de foto en film hebben gezet, het was de laatste van de reis (dachten we toen nog). Met gezwinde spoed zijn we doorgereden naar de grensovergangen. Die uitgang van Botswana ging prima, je gaat er tenslotte uit dus wat zou het allemaal kunnen schelen. Bovendien was Botswana toch al een ontspannen land gebleken. Maar Zimbabwe in was een ander verhaal. Uiteindelijk hebben we alle paspoorten en het geld voor het visum aan Frank gegeven en zijn wij allemaal lekker naar buiten gegaan om in het zonnetje te wachten. Na ruim een half uur kwam hij terug, dus dat viel nog mee. Vijf kwartier nadat we uit Botswana waren vertrokken waren we aangekomen in ons vierde land: Zimbabwe. We gingen snel door naar Victoria Falls en hebben onderweg de groepsfoto gemaakt met de camera van Peter en het statiefje van Piet. In Victoria Falls zijn we gelijk doorgegaan naar het bureautje waar we excursies konden boeken. We hebben niets geboekt, hoewel we vooraf hadden bedacht dat we een rondvlucht per helikopter boven de watervallen zouden gaan doen. Maar helaas werd verteld dat de automaat voor de creditcards kapot was, en dat we dus eerst zelf moesten gaan pinnen. Jammer dan, ik ga de kosten voor het pinnen niet betalen! We konden ook in Euro's betalen, maar daar kregen we zo'n verschrikkelijk slechte koers voor dat we helemaal geen zin meer hadden om iets boeken. Nadat toch een aantal mensen geboekt hadden zijn we doorgegaan naar ons hotel Elephant Hills, belachelijk luxe (maar vraag eens of dat ons boeit!). Bij het welkomstdrankje hebben we nog wat geld gewisseld bij Frank, dat was een stuk gunstiger dan dat we het moesten wisselen in de stad. Nadat de rugzakken op de kamer waren bezorgd, en wij de kamer hadden bewonderd zijn we wat rond gaan lopen en hebben we geluncht met een flesje wit erbij. Lekker, niet goedkoop, maar dat heb je nou eenmaal in een luxe omgeving. Gelukkig kon ik weer een hotelrekening openen, dus het zou wel weer goed komen. We zijn ook nog even naar het zwembad gegaan waar de man van de T-shirts kwam. Helaas voor hem waren de kleuren niet goed, oerlelijk zelfs, dus daar had ik geen zin in. Ik heb het dus ook niet genomen, en afgesproken dat hij de volgende dag met de juiste shirts zou komen. We hebben heel de middag een beetje rondgelummeld in het hotel en hebben daar ook de helikoptervlucht geboekt. We zijn na het uitgeven van dat grove geld voor de vlucht (kosten US$ 125,00 pp) lekker in bad gegaan en hebben het buffet in het hotel genomen. Was helemaal niet slecht voor US$20,00 pp. Natuurlijk een flesje erbij, wat we op ons gemak hebben leeggemaakt op een van de luie banken in de lounge.


Woensdag 19 mei

We zijn om half zeven opgestaan, hebben heerlijk ontbeten en zijn ons daarna klaar gaan maken voor onze rondvlucht boven de watervallen. We werden opgehaald en 100 meter verderop moesten we weer uitstappen, de helikopterhaven was namelijk op het terrein van ons eigen hotel. Buiten de kosten voor de vlucht zelf moesten ook nog US$ 8,00 betalen voor de "entree" van het park van de Falls. Natuurlijk was er weer geen wisselgeld, maar toen ik zei dat ik dat echt moest hebben en anders maar niet of minder zou betalen kwam dat toch ineens tevoorschijn. Dat zijn toch vervelende dingen, je zou willen dat mensen beseffen dat toeristen best geld willen uitgeven, maar niet getild willen worden. Voordat we gingen vliegen werden we gewogen om onze plaats in de helikopter te kunnen bepalen. We zouden gaan vliegen met zes Amerikanen, waarmee we ook heerlijk hebben staan kletsen voor de vlucht. Piet kreeg een plaatsje voorin, naast de piloot. Dat zouden dus mooie foto's worden. Ik zat vooruit naast het raam, met een toch redelijk dikke Amerikaan voor me. Het ging helemaal goed, maar hij was zo dik dat de riem niet dichtging, en ik tijdens de vlucht toch een paar keer bij een bocht dacht: "als het allemaal maar goed gaat". Geen echte angst, want ik weet wel dat het niet doorgaat als het te gevaarlijk is, maar toch. Het was fantastisch!! We zagen veel meer dan we verwacht hadden, we hadden namelijk het idee dat je door de nevel van de watervallen niet veel zou zien. Natuurlijk was er wel veel nevel, er stortte onnoemelijk veel water naar beneden. We zaten tenslotte net aan het einde van de regentijd, en we wisten dat er veel regen was gevallen. We hadden dat ook zelf ondervonden aan de overstromingen in de Okavango delta en op verschillende campsites. Maar we zagen op verschillende punten het water naar beneden storten en soms zelfs de rivier in de kloof. De regenbogen waren fenomenaal, ze gingen op de wind mee met de nevel en dat is een heel bijzonder gezicht. Ook de heen- en terugweg over de zeer brede Zambesi rivier waren prachtig, er stond echt heel veel water in. Op de terugweg zagen we zelfs in het gebied onder ons een kudde buffels. Niet heel dichtbij, maar toch nog gezien. Na de vlucht zijn we lopend terug gegaan naar ons hotel. Dat vonden de mensen van het excursiebureau natuurlijk niet fijn. Nu bleven we niet om de film en foto's te bekijken, en hadden zij dus niet de kans dat we iets zouden kopen. Weten zij veel dat wij wel veel geld uitgeven, maar nooit aan die soort dingen. Om tien over negen waren we al weer terug in het hotel waar we eerst bij het zwembad een kopje koffie zouden drinken. Dat bleek een soort afwaswater te zijn, dus dat hebben we maar laten staan. We hebben tot kwart over tien gewacht op de man van de T-shirts, maar die kwam niet opdagen. Daarna besloten we naar het stadje te gaan, er was een mooie wandeling uitgezet langs de oevers van de Zambesi, en die wilden we graag gaan doen. Omdat er een pendelbusje reed tussen het hotel en de stad gingen we maar niet lopen, bovendien was het een saaie weg met niet eens een fatsoenlijk voetpad. Het bleek dat het busje niet reed, maar de manager moest toch die kant op, dus die zou ons wel meenemen. Hij heeft ons naar de beginplaats van de wandeling gebracht, maar vroeg zich wel af of het verstandig zou zijn om die wandeling te gaan maken omdat er nogal wat wild zou zitten. We wuifden dat weg, het stond tenslotte beschreven in de Lonely Planet en dan zou het wel goed zijn, toch? Voordat we de wandeling gingen maken liepen we eerst langs een asfaltweg richting de grootste baobab boom van het Afrikaanse continent. Als we toch hier waren konden we daar net zo goed ook naar gaan kijken was het idee. Toen we gingen wandelen zagen we na vijf minuten een klein kudde impala's langs de weg, leuk om dat zo op een korte afstand te zien. Even daarna staken er een aantal wilde zwijnen over. Op dat moment drong het tot ons door dat we wel gewoon in een wildpark aan het wandelen waren, een soort wandelsafari dus. We hadden natuurlijk wel de waarschuwingen gezien dat er beesten zouden lopen, en dat je na zonsondergang er niet meer mocht zijn, tenzij op eigen risico. Maar dat spreekt allemaal niet zo als dat je echte beesten tegenkomt. We kregen er toch een beetje vreemd gevoel bij, eigenlijk een beetje een onveilig gevoel. Wat als er een bosje olifanten over zou steken, of we bij de wandeling langs de oever een leeuw tegen het lijf zouden lopen? Waar prooi (lion's Macdonald in de vorm van impala's) rondloopt kun je ook roofdieren verwachten. Na die overdenkingen zijn we dus maar omgedraaid en terug gelopen naar het stadje. Daar was eigenlijk niet heel veel te beleven, we zijn een keer rondgelopen en over de handicraft markt gelopen. Daar hadden ze wel mooie dingen, maar we hadden al een souvenir dus keken niet echt. Er waren veel verkopers, maar die waren niet echt irritant. Dat waren de verkopers op de straat wel, vooral richting de ingang van het park van de watervallen. Ik moest er weer even aan wennen, zoals eigenlijk elk jaar. Toch willen ze dat gedrag daar niet, er loopt speciale "politie" rond die je kunt roepen als het te erg wordt. In de stad kwamen we de manager weer tegen, en hij vertelde ons dat hij vast had gezeten achter een kudde olifanten toen hij terug ging van onze wandel opstapplaats, en dat er de vorige avond leeuwen waren gesignaleerd bij het hek van het hotel. We hebben hem verteld dat we zijn advies uiteindelijk maar hebben opgevolgd, en daar leek hij wel blij om. Het is ook wel een gedoe als een van de gasten van je hotel wordt opgevreten door een leeuw, dus goed dat we hem dat hebben bespaard. Ik heb een flesje water gekocht en daarna zijn we gaan lunchen in het Victoria Falls Hotel. Mooi terras, prachtig uitzicht en lekker eten. Niet de goedkoopste lunch die we ooit gedaan hebben (US$70,00 incl. flesje wit), maar het was er goed vertoeven. We hebben er de oude biljetten uitgegeven, voordat ze ergens anders niet werden aangenomen. Met een toiletstop in het Kingdom hotel gingen we weer terug naar de bushalte. Daar aangekomen hebben we een poosje staan wachten, maar de bus kwam niet. Later bleek hij vroeger te komen en dus hebben we hem gewoon gemist. Omdat het niet zo ver was en lekker weer, en omdat we de beweging best wel weer konden gebruiken en we geen zin hadden om anderhalf uur op de volgende bus te wachten zijn we gaan lopen. Het was inderdaad een saaie weg, en er zijn een paar keer auto's gestopt om te vragen of we een lift wilden. Die hebben we afgeslagen, we zouden tenslotte gaan lopen. Op enig moment zagen we een grote baviaan. Omdat ik het niet zo op apen heb, en zeker niet van die soort met die grote tanden nam Piet een steen in zijn handen voor het geval dat hij te dicht in de buurt zou komen. Al lopende hielden we natuurlijk de baviaan in de gaten, maar gelukkig stak die over. Toch bleven we hem in de gaten houden, totdat Piet mij aanstootte en zei: "daar staat een olifant". Is dat schrikken, staat er ineens een grote olifant op zo'n drie meter afstand, zonder hek er tussen. Toen zijn wij maar over gestoken, helemaal niet meer oplettend op die aap, gelukkig was die alweer in de bosjes verdwenen. De olifant keek naar ons, dacht waarschijnlijk dat wij geen gevaar voor hem opleverden, en ging vrolijk door met het leegplunderen van de boom waar hij mee bezig was voordat hij opkeek. We hebben natuurlijk wat foto's gemaakt en zijn helemaal glunderend weer doorgelopen. Achteraf zie je natuurlijk pas het gevaar, en snap je waarom het afgeraden wordt langs de weg te gaan lopen en waarom mensen je een lift aanbieden. Gelukkig is er niets gebeurd, het was in ieder geval een geweldige ontmoeting. Terug in het hotel zijn we nog even aan het zwembad gaan liggen, hebben zelfs nog even gezwommen in het steenkoude water en hebben een paar biertjes genomen om onze dag te vieren. Toen we daar lagen zagen we ook nog wat impala's en zwijnen op de golfbaan van het hotel en zijn we daar wat naar gaan kijken. Het blijft bijzonder, een stad in een wildpark waar de gebouwen omheint zijn om de beesten buiten te houden in plaats van hekken om de beesten. Daarna zijn we in bad gegaan en hebben we een soepje en wat mueslirepen op de kamer gedaan, na de zware lunch hadden we allebei niet veel honger. We hebben nog een cola met gedaan in de lounge, om half elf ging ons licht uit.


Donderdag 20 mei

We hebben geen wekker gezet, maar zijn toch om tien over zeven opgestaan. Dat heb je als je bijna vier weken lang dat ritme hebt. We hebben onze spullen gepakt om naar de Falls te gaan, we moesten ons natuurlijk voorbereiden op een nat pak. Maar we zijn eerst natuurlijk uitgebreid gaan ontbijten. We namen de bus van kwart voor negen en waren dus mooi op tijd. Bij het ontbijt hoorden we dan Pam en Laura weer ziek waren, maar Pam liet zich niet ontmoedigen, die ging gewoon op pad. Laura was zo ziek dat ze excursies hebben moeten laten schieten, en dat is natuurlijk wel jammer want je geld ben je toch kwijt. We zijn met Pam & Kees en Tineke & Simon opgelopen naar de ingang van het park, maar daar aangekomen was er een klein probleempje van een paar ton. Hebben wij weer: de laatste dag om de Victoria Falls te zien en we kunnen er niet in. Er was een olifant ingebroken en die was woest dat hij opgejaagd werd om eruit te gaan en de weg terug niet vond. De mensen die al in het park waren en zich nog vlak bij de ingang bevonden moesten er uit. Voor de gasten die al verder in het park waren werd personeel ingezet om ze naar een veilige plek te brengen. Toen het personeel daarmee bezig was kam de olifant als een dolle langs gerend, je moet daarbij niet in de weg staan. Iedereen sprong dus alle kanten op om zich in veiligheid te brengen. De hekken van het park waren open gezet zodat hij de ruimte had om eruit te gaan, maar het vlotte allemaal niet zo erg. Ook wel heel raar om te beseffen dat er hekken worden open gezet om een woeste olifant een stadje in te laten lopen, maar het is hier nou eenmaal andersom: de gebouwen zijn omheind en het park ligt daar helemaal om- en doorheen. We zijn tot tien uur daar een beetje blijven rondhangen en vonden het toen tijd om maar koffie te gaan drinken. We hebben ook nog even voor een T-shirt gekeken, die oekel van de op maat gemaakte shirts zou wel niet meer komen. Jammer voor hem dan. Toen we om half twaalf terug liepen was het park net een kwartiertje open, dus het zou toch nog goed komen. Kaartjes gekocht met randen, dat was voordeliger dan met Euro's en we hadden met het afrekenen van de koffie gemerkt dat het afrekenen met randen in de horeca niet zo gunstig is, we wilden onze dollars dn ook bewaren voor het diner van de avond. Het bezoek aan de watervallen was fantastisch, er komt geen einde aan de mooie dingen in deze reis. We werden wel kleddernat, ik was blij dat ik mijn pluutje bij me had. We zijn eerst naar de linkerkant gegaan, naar Devil's Cataract waar een goed uitzicht was en waar we dus mooie foto's hebben kunnen maken (en een klein filmpje met mijn fotocameraatje). Op de terugweg naar het midden zagen we ook nog wat neushoornvogels in een boom. Gaandeweg de wandeling werden we wel steeds natter, het was ook steeds oppassen met de camera's. Maar de uitzichten waren overweldigend en het geweld van het water zeer imponerend. Helaas hebben we geen wild gezien, behalve enkele bungee jumpers die de sprong waagden vanaf een brug over de rivier. De kloof was er diep genoeg voor, en ze sprongen zo in de regenbogen die door nevel van de watervallen ontstonden. Een heel mooi gezicht, en even de tijd om een beetje op te drogen in het zonnetje. Na ons bezoek aan de watervallen zijn we langs Mama Africa gegaan voor de menukaart voor het diner van die avond en hebben we een T-shirt gekocht. Helaas hadden ze mijn eerste keus niet in de goede maat, maar de tweede keus was ook prima. We zijn terug naar de bushalte gelopen waar al snel meer reisgenoten aansloten om terug te gaan naar het hotel. We hebben een lichte lunch genomen met een klein biertje, later kwamen Harma & Henk er nog bij zitten, gezellig. Toen we terug op de kamer waren is Piet nog gaan lopen om wild op de golfbaan te spotten, maar ik had het een beetje gehad en ben lekker op ons balkon gaan zitten met een boek. Toen heb ik vast wat spullen ingepakt voor de terugreis van de volgende dag, er komt natuurlijk ooit een einde aan een vakantie, hoewel deze zo vol zat dat we het idee hadden al acht weken onderweg te zijn. Piet kwam terug met hele mooie foto's van waterbokken en een varaan. De slaapzakken ingepakt waarna Piet natuurlijk gelijk kon gaan douchen. Ik heb intussen het T-shirt bij Helna gebracht, de man was niet komen opdagen met de goede shirts, maar zij had het al wel gekocht en betaald. We hebben beneden in het hotel nog even met Frank zitten kletsen over het idee wat hij had om de tijd door te komen in Johannesburg en zijn daarna met de bus terug de stad in gegaan voor het diner bij Mama Africa. De bus zat vol personeel, dus het was niet alleen een shuttle voor de gasten, maar dat boeit verder niet, we kwamen op onze bestemming zonder het risico een olifant tegen te komen (hoezo was die in Botswana de laatste :). In het restaurant waren we een hele poos de enige gasten, maar dat was niet erg. Ik kon lekker schrijven en we konden rustig kletsen bij een biertje. Daarna hebben we het eten besteld, met gelijk de opmerking dat het wel rustig aan kon, we hadden heel de avond de tijd. Toen we een fles Culemborg bestelden (op advies van Harma) was die eerst niet bekend. Later bleek dat we de naam verkeerd uitspraken en kregen we hem toch. Het voorgerecht was een bord vol, we hebben dus maar een beetje laten staan. Het hoofdgerecht kwam volgens afspraak toen wij er om gevraagd hadden en was weer een megaportie. Ik heb dus alleen een beetje rijst en het vlees op. Het toetje hebben we maar overgeslagen, dat kon er echt niet meer in. Tijdens het eten trad er een bandje op, maar vooral met westerse muziek en dat was dan wel jammer. Later kwam er een dansgroep bij en werd het toch nog Afrikaans. Omdat we niet naar het hotel konden lopen (ook gezien de ervaring van de ontmoeting met de olifant van die middag) namen we een taxi. De chauffeur vond het nodig om US$10,00 te vragen, maar gelukkig had ik me laten informeren. Vijf of zes vonden wij wel genoeg (en het werden er dus zes). Terug in het hotel hebben we nog een afzakkertje genomen en zijn we allebei nog even kort in bad gegaan.


Vrijdag 21 mei

We zijn om half zeven opgestaan en zijn nog even snel onder de douche gesprongen. Na het ontbijt hebben we de hotelrekening van US$168,00 betaald en zijn we op pad gegaan met een andere safaritruck, maar wel met Clever en Fineas als crew. De eerste grensovergang, uit Zimbabwe was simpel, alleen even een stempel, maar dat is meestal geen probleem als je een land verlaat. Zambia in was een ander verhaal, maar ook dat werd keurig opgelost door Frank. Hij nam de paspoorten in, en betaalde ook de visa. Dat was ons ook al bekend, Sawadee betaalde de visa omdat we vanuit Zambia terugvlogen en dat pas laat bekend was. Toen we aankwamen in Livingstone gingen we door naar het park waar vandaan je de watervallen aan die kant kon zien. Dat was het hele plan geweest: omdat we toch vanuit Zambia terug zouden vliegen konden we, als we wat vroeger uit het hotel zouden vertrekken, de watervallen vanaf die kant zien. Dat betekende voor ons een derde zicht op de Zambesi en de watervallen: vanuit de lucht, vanaf Victoria Falls en vanaf Livingstone. De entree van het park kostte wel weer twee keer US$20,00, maar meer kanten om ze te zien waren er niet, dus toe maar. In het park hebben we anderhalf uur rondgelopen, en het was echt heel anders. In Zimbabwe een geweld aan water, veel nevel en het park leek wel een regenwoud. In Zambia veel droger, beter zicht en meer regenbogen die je ook echt kon zien. Na de wandeling zijn we met de safaritruck over een hobbelige weg naar het vliegveld gereden. We hadden een kalme vlucht naar Johannesburg, met een laatste uitzicht over de watervallen. Toen we aankwamen op Johannesburg hebben we afscheid genomen van Frank en Han & Marian, zij bleven in Zuid-Afrika. Wij werden opgehaald door een vriend van Frank, die ons in twee keer ophaalde om naar zijn hostel te brengen. Daar konden we de lange transit doorbrengen, lekker aan de rand van het (zwaar vuile) zwembad met een biertje dat werd gehaald door de eigenaar. Het diner hebben we genomen in een hotel aan de overkant van de straat, het was een buffet voor niet al te veel geld, wijntje erbij en de dag was weer om. Toen het tijd was om te gaan zodat we onze vlucht naar Amsterdam konden halen bracht hij ons weer terug naar het vliegveld. Na een rustige vlucht met af en toe een hapje of een drankje waren we snel weer terug in Amsterdam. Toen we ons hadden opgefrist en onze tassen gingen halen was iedereen al weg, behalve Jan en Maaike, die hadden nog even op ons gewacht om afscheid te nemen. Patrick en Joke stonden al op ons te wachten en na een kopje koffie en wat anders lekkers drinken zijn we naar huis gereden. Het was een prachtige reis, maar 4750 kilometer over het Afrikaanse continent is vermoeiend. Goed dat we bijna altijd zo vroeg in bed lagen, dus kamperen kan een volgende keer ook best wel weer (alleen niet zo snel, niet zo lang en niet zo vaak).

www.globetrekker.nl

Kikkertje op waterlelei
Libel
Punteraar
Zonsondergang
Heerlijk zwemmen