Landenweb.nl

BOTSWANA
Nxai en Meno a Kwena

Tekst en foto's:
Kristine Hannon.

De dag begint grappig: als ik 's morgens vroeg geluid hoor voor onze tent en een poging doe om van uit mijn bed te kijken wat dat wel mag zijn, val ik pardoes op de grond. Algemeen gelach natuurlijk want het zijn twee kampmedewerkers die de tafel van voor onze tent komen weghalen en het tafereel is hen niet ontgaan. Een laatste douche met zicht op een stel overvliegende kraanvogels, en bezoek aan het openluchttoilet en het wordt stilaan tijd voor het onvermijdelijke afscheid van de kampcrew.

Alle vijf verzamelen ze om ons uit te wuiven, te zingen en te dansen. Super! Kristine is na 9 dagen nog altijd Catherine, blijkbaar hebben ze hier een probleem met mijn naam...

Vanmorgen hebben we nog een tochtje in de mokoro tegoed. Dat zijn de plaatselijke kanos die gebruikt worden door de deltabewoners om te vissen. Oorspronkelijk zijn ze vervaardigd uit het hout van de Sausage tree, dat zijn bomen met zaaddozen als worsten.

Aangekomen op de vertrekplaats komt er plots een grote vrachtwagen aangereden die de rivier, zonder brug overigens, over moet.
Deze trucks hebben vierwielaandrijving en dat is meer dan nodig hier in dit gebied waar diep en mul zand afgewisseld wordt met modder en diepe poelen.

Na zijn doortocht glijden wij geluidloos door het water. Tussen het riet, de papyrusgrassen en de waterlelies vinden we de kleinste kikker, slechts de grootte van een kleine pinknagel. Stanley - leerling gids en Okavango bewoner - heft er zijn ode aan de delta aan. Gelukkig duurt het niet te lang en kunnen we snel genieten van de stilte. Door het kristalheldere water zien we kleine visjes zwemmen en het geklots van het water tegen de romp van onze mokoro's en de vogels zijn het enige dat we nog horen.

Een zalige ochtend, en met de voetjes bungelend in het lauwe water keren we terug. Langzaam gaat het nu richting airstrip.
Bij de nijlpaardenpoel nemen we nog een laatste keer thea-break met zicht op de schitterende omgeving, mijmerend uitkijkend over al dat moois.
Een laatste oversteek van een poel loopt echter niet volgens plan en na twee pogingen om er doorheen te komen zitten we vast in de modder met het water tot aan de treeplank van de jeep.

Er zit voor Morgan niets anders op dan via de radio om hulp te vragen.
We worden vastgemaakt aan een tweede jeep en na dit laatste tussendoortje bereiken we de airstrip waar Morgan eerst de impala's
moet verjagen die de landingsbaan als ideaal verblijf hebben uitgekozen. Het afscheid is hartelijk en als we even later tegen hoge snelheid de startbaan afrijden, staan Morgan en Stanley van op hun wagen ons enthousiast uit te wuiven.

Een prachtige 25 minuten durende vlucht brengt ons voor het eerst in 9 dagen terug in de beschaving. In de luchthaven zien we sedert lange tijd meer dan vijf mensen samen en het is even wennen. Gelukkig is Maun Airport niet te vergelijken met Brussel, er is één incheckbalie en dat is het zowat, we krijgen dus wat respijt.

Ons vervoer naar Motsensela staat al klaar en een halfuurtje later bereiken we de lodge die omgeven is door een 200 hectare groot privaat natuurpark. Het is leuk om toch de tijd te krijgen je weer wat aan te passen. Deze plek is even rustig als wat we de voorbije dagen mochten meemaken.

Onze tent is wel een ander paar mouwen: een grote - stijl 'Hemingway' - met overal muskietenraampjes zodat je vanuit je bed een 180 graden zicht hebt op de natuur waarin je vertoeft. Er is heel veel aandacht besteed aan details zoals een stuk hout als WC papierhouder en als pennenhouder, prachtige gordijnen, kussen en persoonlijke toetsen in typische afrikastijl.

En natuurlijk mag de buitendouche niet ontbreken en het koloniale bad op fonten leeuwenpootjes.
De manager vangt ons persoonlijk op en staat klaar om al onze wensen te voldoen. Ze is van Zwitserse afkomst en woont al meer dan

25 jaar in Afrika. Er wordt gezellig gebabbeld en ik mag haar telefoon gebruiken voor een gesprekje met ma en pa en met Melissa'tje. Onze mede tafelgenoten in de schitterende zit- en leefruimte zijn de consul voor Botswana in Londen (die vroeger minister van buitenlandse zaken was hier) en zijn secretaresse (lees bijzit..).

Hij heeft ook zijn laptop meegebracht: dezelfde als ik!!
Na een lekker diner, een paar afzakkertjes aan de bar met Bernadette de manager en we kruipen onze gigantische bedden in.

Naar Meno a Kwena.
Zoals gewoonlijk word ik rond 5u wakker en zie door alle muskietenraampjes het krieken van de dag en hoor het oorverdovende fluitconcert van ontelbare vogels.

We doen het deze morgen rustig aan: beetje uitslapen, douche nemen, bagage in orde brengen en uitgebreid ontbijten.
We worden rond 11 uur verwacht voor de transfer naar de luchthaven waar Cathy haar vlucht zal nemen en ik wordt opgehaald door David van Meno a Kwena.

We arriveren tegen het middaguur in restaurant 'Bonne Arriveé' recht tegenover het luchthavengebouw en uitgebaat door een Nederlander. Voor Cathy is het nog te vroeg om in te checken en ik moet wachten op mijn vervoer naar het laatste kamp.

Aan een tafeltje naast ons zit een Europese vrouw een boek te lezen en sigaretten te roken. Even later stopt er een jeep en de chauffeur kijkt vragend rond op het terras. Het lijkt of hij iemand zoekt, hij ziet er flamboyant uit met zijn dreads en cowboyhoed. Als hij de vrouw in de gaten krijgt, klaart zijn gezicht op.

Wij wachten en wachten. Cathy stelt voor om eens in het luchthavengebouw te kijken of er daar niemand staat Terwijl ze weg is spreekt de 'dreadsman' mij aan en vraagt of we vandaag naar huis vliegen. Ik antwoord hem dat mijn vriendin naar huis vliegt maar ikzelf wacht op mijn transfer naar Meno a Kwena.

Verder lezen >> www.reisimpressies - Meno a Kwena

Leeuw op z'n best
Baines baobab
Met 6 schoolkinderen naar Nxai Pan
Een nieuw dak
Het dorp