Landenweb.nl

VENEZUELA
Gran Sabana en de Orinoco delta

Tekst: Joyce Frey.

Omdat ons hotel alleen maar slaapgelegenheid had, moesten we weer heel vroeg opstaan om in de stad Guasipati te gaan ontbijten. Daarna stond ons een lange reis te wachten. Omdat onze gids een jochie was, dat een paar woorden Duits en geen Engels sprak, ons niets kon vertellen, werd het een eindeloze rit.

Terwijl het toch zo interessant had kunnen zijn. Als wij iets meer wilde weten moest hij dat uit een prospectus halen, die wij ook hadden.

Dus al snel, vroegen wij niets meer. Na uren stopte de auto bij een goudmijn die we zouden bezichtigen. De chauffeur ging vragen of dat kon. Helaas, we konden er niet in. Dus zagen we alleen maar een paar gouddelvers aan het water zitten, vol bagger, doch zonder goud.

Na uren stopte de auto bij een goudmijn die we zouden bezichtigen.
De chauffeur ging vragen of dat kon. Helaas, we konden er niet in.
Dus zagen we alleen maar een paar gouddelvers aan het water zitten, vol bagger, doch zonder goud.

's Middags kwamen we in een indianendorp aan. Het dorp was onzichtbaar. De indianen ook. Zij waren aan het vergaderen in een school. Het enige wat hier te zien was, was een kiosk waar we koude drankjes konden kopen. Aan de rivier de Aponwoa lagen een paar uitgeholde bomen, waarmee wij moesten gaan varen. Voorzichtig stapten wij in.

Op deze reis kon je verwachten dat alles verkeerd ging. We kwamen zonder om te kiepen bij de waterval Chinak Meru aan. Onze jongens gingen naar beneden.

Caroline en ik liepen een klein stukje en gingen lui op een groot rotsblok liggen.
Daarna moesten we weer terug naar het onzichtbare indianendorp. Daar kochten de jongens een fles rum en wij, bescheiden vrouwen, een paar flessen cola.

Tegen de avond kwamen we in een kamp en de Grand Sabana aan. Het lag op 1300 meter hoogte en het was lekker fris. Zelfs koud in de nacht. De mannen en wij, kregen een hutje op palen, die tegenover elkaar stonden.

Ze waren klein en hadden kajuitbedden. Caroline wilde boven slapen. Ik vond het best om het onderste bed te nemen. We waren naar de washokken aan het andere eind van het kamp gegaan en toen we weer blinkend en schoon bij elkaar waren, brachten we onze stoelen naar buiten. Ook de rum en de cola. We mixten een heerlijke Cuba Libre, voor een klein gebouwtje binnen gingen waar uitstekend eten werd geserveerd.

Daarna begaven we ons weer voor de hutten om verder te pimpelen. Het was al donker toen we een beetje uitgelaten werden. Al vlug kreeg ik het gevoel dat het kerstmis was. Ik had nog niet veel gedronken. Om ons heen vlogen duizenden lichtjes. Het was geen delirium en ook geen vermoeidheid. Het waren gloeiwurmpjes, die om ons heen vlogen.

We gingen niet te laat naar bed, want we waren allemaal moe. Toen ik 's morgens wakker werd, kon ik door de spleten in de balken waarvan het hutje gebouwd was, naar buiten kijken. In de verte lagen de tafelbergen.

De eerste halte de volgende morgen, na lange tijd zonder informatie, was Quebrada de Jaspe. Voor een kleine waterval stroomde een beekje. De bodem leek goud te zijn en was spiegelglad. We kregen tijd er in te gaan en hadden deze keer de badkleren onder onze spaarzame bekleding aan. Wij schoten uit ons korte broekje en shirt en liepen in het water.

Van duiken kon geen sprake zijn, omdat het erg ondiep was. Hans had al vlug ontdekt dat de bodem een glijbaan was en schoof in zijn mini badbroekje over de stenen. Hij vond het zó leuk, dat hij het steeds weer herhaalde.
Toen we weer gaan moesten keek ik stiekem of zijn broekje nog heel was.

Het was niet versleten.
Op de terugweg kwamen we bij een meertje waar we echt baden konden. Daarna aten we pommes en salade in een klein restaurant er naast. In de verte donderde het en de hemel was zwart. Wij verwachten ook regen. Het waren maar enkele drupjes die op ons vielen. Voor we weer in de Gran Sabana aankwamen, maakten we nog een uitstapje naar een kleinere waterval. Daar maakte ik een misstapje.

Ik stond op een steen die wankelde. Ik viel bijna om. Bij een poging mijn evenwicht niet te verliezen schoof een steen van zijn plaats. Duizenden vliegjes, die daar hun middagdutje deden, werden in hun rust gestoord. Ze vlogen boos omhoog en vielen ons aan.

Al vlug zagen we zwart van de vliegen. We sloegen wild om ons heen om die vliegen weg te jagen. Hans rende heen en weer en gilde hysterisch. Ons jochie zei dat we ons rustig moesten houden en vooral niet aan de vliegensteken moesten krabben.

Verder lezen >> www.reisimpressies.eu - Gran Sabana