Landenweb.nl

MALEISIE
Cherating Voorportaal van het paradijs

Tekst: Joyce Frey.

Na twee weken kon ik eindelijk mijn koffer uitpakken. Ik was de reis in Singapur begonnen, tot Penang, dan naar de oostkust in meerdere etappes tot Sherating.

Eindelijk het laatste hotel waar ik het me nu gemakkelijk maken kon met lui doen aan het strand onder de zon. De eerste morgen begon al goed. Na het ontbijt ging ik aan het strand wandelen.
Ik kon een heel eind lopen. De dag er voor ging een hevige stormwind over de zee.

Nu nog waren de golven zeer hoog. Hun witte schuimkoppen denderden op het strand waar ze bleven liggen en gedeeltelijk in het zand verdwenen.

De wind was nu gaan liggen en de zon brandde al op mijn kop, dat met die korte haren niet erg beschermd was.
Ik had het gevoel in het voorportaal van het paradijs te zijn. Ik was alleen op de wereld met een hoop schelpen in verschillende kleuren en vormen.

Maar al vlug was de idylle ten einde. Ik was niet alleen. Hoewel er geen mens te zien was, zelfs geen vogel. Het begon overal te jeuken. Als ik mijn lichaam bekeek, zag het bijna zwart van de kleine vliegjes. Ik veegde en sloeg ze van mijn lichaam en ging terug naar het hotel.

Daar trok ik mijn bikini aan en nam de krant, die in een plastic zak aan de deurknop van mijn kamer hing en ging naar het park voor het strand om die krant op een bed onder een parasol te lezen. Het jeukte steeds meer. Ook hier waren nog vliegjes. Ik begreep nu dat ik naar mijn kamer terug moest gaan, om me met een insectenspray in te smeren.

Daarna had ik rust van die vliegjes en kon ik voor het eerst in twee weken op mijn gemak een krant lezen. Langzaam aan kwamen er meer mensen.

In de middag ging ik de straat op om eens op verkenning uit te gaan en wat inkopen te doen.
Mijn lichaam jeukte nog steeds. Ik ging nog maar eens in bikini de zee in, omdat ik dacht dat het zoute water goed voor me was. Het ging inderdaad een stukje beter.

De volgende dag had ik me ingesmeerd, voor ik naar buiten ging. Tegen de middag speelden moslims beachvolleybal.
De hoofddoekjes konden alleen maar dienen om de hoofden tegen de zon te beschermen.

De vrouwen liepen met hun lange rokken de bal achterna. Na het zonnen gingen ze met al hun kleren aan het water in. Van zwemmen kon geen sprake zijn. Ze zouden met hun natte kleren ten onder gaan.
Toch schenen ze plezier te hebben. De eerste dagen bracht ik door met lui doen.

Mijn benen zagen er uit als of ik mazelen had. Ik ging ook echt niet meer het hotel uit zonder insectenspray.
Ik had vriendschap gesloten met een Amerikaans stelletje en een meisje uit Malleisië.

Toen ik eens op een avond een wandeling aan het strand ging maken, waar je eindeloos kon lopen, kwam er een
motorrijder achter me aan. s-Avonds kon je het strand goed gebruiken als een racebaan.

Het fijne zand dat overdag in het water had gelegen werd na eb steenhard. Vissers gingen er met hun fietsen of motoren overheen, om zo bij hun boten te komen.
De volgende dag kwam het Amerikaanse paar om afscheid te nemen.
De dag er op ook het Maleis' meisje.

Toen ik later in de badkamer was, druppelde het water van het plafond.
's-Morgens liep het water langs de muur, tot in het stopcontact.
Hier wilde ik niet blijven. Ik ging naar de receptie om de schade te melden.

Direct kreeg ik een sleutel voor een kamer een etage hoger.
Weer kon ik mijn koffer verhuizen. Maar deze kamer was mooier.
Het was pas gerenoveerd en rook nog naar de verf.
Langzaam aan had ik genoeg van het niets doen.
De volgende morgen liep ik over de straat om naar een lagune te gaan.

Na anderhalve kilometer was ik er. Het was echter niet wat ik verwacht had. Het was een restaurant, waar ik iets dronk.

Ik vroeg aan de uitbater hoe ik aan het strand kon komen. Hij zei dat ik dan anderhalve kilometer verder terug gaan moest. Ik besloot terug te gaan. De volgende dag nam ik de bus om drie kilometer ver te komen.

Het plaatsje dat ik zocht bleek een vakantie dorp te zijn. Wel gezellig, maar toch niet iets om er een hele dag door te brengen.
Na het eten ging ik op ons strand wandelen. De hemel was bedekt en er stond een stevige wind. De wind werd steeds heviger.
Zelfs het zand, dat de avond er voor beton leek te zijn, begon op te waaien. Toen werd de lucht bijna zwart. Ik vreesde dat er een orkaan onderweg was.

Ik wist niets beters te doen dan naar mijn hotel terug te gaan.
Ik had er moeite mee overeind te blijven. De wind werd steeds sterker. Hoewel ik bijna niets meer kon herkennen, omdat het zand in mijn ogen waaide leek het of het strand in een dikke mist lag. Maar ik kon toch nog net zien dat een familie met twee kleine kinderen naar de auto kropen om daar beschutting te zoeken.

Ik kwam nog maar langzaam vooruit.
De storm blies me bijna terug. Geen mens was nog te zien. Ik vocht in mijn eentje tegen de storm.

Stap voor stap kwam ik dichter bij mijn hotel. Mijn ogen traande vanwege het vele zand er in. Mijn tanden knisperden omdat ook mijn mond vol zand was gekomen.. Ik dacht het "zandvrouwtje" te zijn. Eindelijk bereikte ik mijn hotel.

Omdat ik nogal nieuwsgierig ben, ging ik op balkon zitten, om van daaruit toe te zien wat de storm zou kunnen aanrichten. De palmbomen, die normaal naar de hemel oprezen, lagen nu bijna plat op de grond. het zicht was vaag. Wit schuim was op de golven te zien tot aan de horizon. Het water zag er roestbruin uit, met wat groene strepen er in; Zwarte wolken hingen aan de hemel.

Verder lezen >> www.reisimpressies.eu - Cherating paradijs